Over vochtbeperking

Uw lichaam bestaat voor ongeveer 2/3 deel uit water. Door te drinken en te eten wordt vocht opgenomen. Soms is het nodig  de hoeveelheid vocht die u drink per dag te beperken. Dit kan bijvoorbeeld zijn als u een verminderde hartfunctie, nierfunctie en/of leverfunctie heeft. Te veel vocht in uw lichaam kan leiden tot oedemen. Dit zijn vochtophoping (bijvoorbeeld bij uw enkels, handen, hart, longen, buik, etc.). Verder kan het leiden tot benauwdheid en een verhoogde bloeddruk. Wanneer u te veel vocht vasthoudt, bepaalt uw arts hoeveel vocht u per dag mag gebruiken.

En krijgt u het advies "U mag ... ml vocht gebruiken ".

Alle voedingsmiddelen bevatten vocht, waarbij we een onderscheid maken tussen ‘vaste’ voedingsmiddelen en dranken of vloeibare producten. Bij het advies ‘… ml drinkvocht’ telt vocht uit de dranken en alle andere vloeibare producten mee, zoals soep, vla, drinkvoeding en sondevoeding. Het vocht uit de vaste producten telt niet mee.


Over vochtbeperking

Uw lichaam bestaat voor ongeveer 2/3 deel uit water. Door te drinken en te eten wordt vocht opgenomen. Soms is het nodig  de hoeveelheid vocht die u drink per dag te beperken. lees meer

Vochtbeperking tijdens opname in het Radboudumc wat telt mee?

Op sommige afdelingen In ons ziekenhuis wordt tijdens een opname vocht uit vaste voedingsmiddelen meegeteld bij de berekening van uw vochtinname. Dit noemen we“All in”. lees meer

Vochtbeperking tijdens opname in het Radboudumc wat telt mee?

Op sommige afdelingen In ons ziekenhuis wordt tijdens een opname vocht uit vaste voedingsmiddelen meegeteld bij de berekening van uw vochtinname. Dit noemen we “All in”. Gemiddeld krijgt u uit vaste voeding 350 - 500 ml vocht per dag binnen. Het is van belang dat u bij uw arts nagaat of uw vochtbeperking inclusief vocht uit vaste voeding geldt, of dat het alleen om drinkvocht gaat. Dit is op iedere afdeling namelijk anders.

Daarnaast is het van belang om te weten of het infuus mee telt bij de vochtbeperking. Ook dit kunt u navragen bij uw arts

Bij het advies ‘… ml drinkvocht’ telt vocht uit de dranken en alle andere vloeibare producten mee, zoals soep, vla, drinkvoeding en sondevoeding. Het vocht uit de vaste producten telt dan niet mee.


Waar zit allemaal vocht in?

Vocht wordt opgenomen via:
  • Dranken, zoals water, thee, koffie, melk, limonade en frisdrank.
  • Vloeibare voedings-middelen, zoals soep, pap, vla, yoghurt, ijs, drinkvoeding en sonde-voeding
  • Vaste voedingsmiddelen, zoals vlees, groente, aardappelen, brood, fruit, etc.

Vochtverlies

Vochtverlies vindt plaats via de huid (transpiratie), urine, ontlasting en adem. Bij diarree, braken en overmatig transpireren als gevolg van koorts of warm weer, verliest u meer vocht. In deze omstandigheden moet u er rekening mee houden, dat u ondanks uw vochtbeperking meer moet drinken. Overleg zo nodig met uw arts of diëtist.

Praktische tips voor de uitvoering van de vochtbeperking/vochtinname

Deze praktische tips kunnen u helpen om u te houden aan de vochtbeperking of vochtinname. lees meer

Praktische tips voor de uitvoering van de vochtbeperking/vochtinname

Deze praktische tips kunnen u helpen om u te houden aan de vochtbeperking of vochtinname.

  • Het is raadzaam om thuis de inhoud van kopjes, glazen en schaaltjes na te meten om een indruk te krijgen van de inhoudsmaat.
  • Gebruik klein serviesgoed; drink bijvoorbeeld uit een espresso kopje in plaats van een gewoon kopje.
  • Noteer altijd direct de hoeveelheid vocht die u genomen heeft
  • Maak vooraf een verdeling van de hoeveelheid vocht over de dag. Op deze manier voorkomt u dat u 's avonds en/of ’s nachts niet meer mag/ kan drinken.
  • Van de warme maaltijd en de broodmaaltijden worden de dranken en vloeibare voedingsmiddelen zoals soep en vla meegerekend. 
  • Als u méér dan 1 portie fruit gebruikt, reken dan 100 ml vocht per extra portie fruit.
  • Houd rekening met vocht dat nodig is voor het innemen van medicijnen.
  • U kunt uw medicijnen eventueel innemen met een eetlepel vla, yoghurt of appelmoes. Eén eetlepel bevat minder vocht dan een glas of schaaltje.
  • Drink met kleine slokjes of gebruik een rietje.
  • Probeer tijdens de maaltijden niet te drinken.
  • Kauw goed. Door goed te kauwen komt er meer speeksel in de mond en wordt het voedsel minder droog.
  • Smeerbaar beleg, zoals leverpastei, smeerkaas, jam en roerei zorgen voor een minder droge maaltijd.
  • Gebruik de dranken en vloeibare gerechten óf warm óf heel koud.
  • Neem af en toe een ijsblokje, zuurtje, pepermunt of kauwgom.
  • Citroensap in thee, mineraalwater of limonade werkt dorstlessend.
  • Verdeel gekoeld fruit in partjes of stukjes. Bij dorst kan een stukje worden genomen.

Dorstgevoel

Een vochtbeperking kan moeilijk zijn om uit te voeren vanwege een voortdurend dorstgevoel. Soms kunt u hier wat tegen doen. lees meer

Dorstgevoel

Een vochtbeperking kan moeilijk zijn om uit te voeren vanwege een voortdurend dorstgevoel. Soms kunt u hier wat tegen doen.

  1. Zout geeft snel een dorstgevoel en zorgt ervoor dat het lichaam vocht vasthoudt. Beperk de hoeveelheid zout in uw voeding, voeg geen zout toe aan de voeding en gebruik minder zoute voedingsmiddelen.
  2. Andere factoren die uw dorstgevoel beïnvloeden zijn onder andere: hoge bloedsuikers, medicijnen, een droge mond of zweten. Met uw behandelend arts kunt u bespreken of er iets aan het dorstgevoel te doen is. 
  • Medewerkers
  • Intranet