Aanpassingen diabetesmedicatie tijdens een operatie
Voor en tijdens een operatie wordt uw diabetesmedicatie aangepast en uw bloedsuiker gecontroleerd.
Voor de operatie
De dag voor de operatie meet u uw bloedsuiker op 4 momenten. Neem uw diabetesmedicatie mee naar het ziekenhuis.
lees meerTijdens de operatie
Tijdens de operatie wordt uw diabetesmedicatie aangepast en uw bloedsuiker gecontroleerd, mogelijk via een infuus.
lees meerTijdens de operatie
-
Op de dag van de operatie brengt de verpleegkundige een infuus bij u in, en krijgt u in de periode dat u nuchter moet zijn een infuus met glucose en insuline om uw bloedsuiker te regelen. Als u na de operatie weer zelf kunt eten en drinken, neemt u uw eigen diabetesmedicatie (pillen/insuline) weer en wordt het infuus gestopt.
-
Operatie tijdens een dagbehandeling
- U een infuus met glucose en insuline om uw bloedsuiker te regelen.
Operatie tijdens een ziekenhuisopname
- U krijgt u een infuus met glucose en insuline om uw bloedsuiker te regelen.
- Uw bloedsuiker kan stijgen door de operatie, aanpassingen van uw medicatie en doordat u minder beweegt tijdens uw opname.
- Bekijk het medicatieschema voor operaties tijdens een dagbehandeling
- Bekijk het medicatieschema voor operaties tijdens een ziekenhuisopname
-
Tijdens de opname kunnen uw bloedsuikers gaan schommelen. Aangezien u nuchter moet zijn voor de operatie kan uw bloedsuiker te laag worden. Uw bloedsuikers kunnen hoger worden door de operatie, aanpassingen in uw diabetesmedicatie rondom de operatie en omdat u tijdens een opname minder actief bent dan normaal.
Voor de operatie en in de eerste dagen na de operatie controleert u of de verpleegkundige daarom minimaal 4 keer per dag een bloedsuikerwaarde. Controle vindt in ieder geval plaats nuchter, voor de lunch, voor het avondeten en voor het slapen gaan. Extra controles van de bloedsuiker voeren we uit als uw bloedsuiker te hoog of te laag is.
Direct voor, tijdens en na de operatie wordt uw bloedsuiker ook extra gecontroleerd. -
Als de bloedsuiker hoger is dan 10 krijgt u extra insuline bijgespoten. Dit doen we ook als u thuis geen insuline gebruikt. Vooral in de eerste dagen na de operatie komt het voor dat dit nodig is om de bloedsuiker binnen de streefwaarden te houden.
-
Een goede bloedsuiker draagt bij aan een voorspoedig herstel van de operatie. Tijdens en rondom de operatie streven we daarom naar een bloedsuiker tussen de 6 en de 10.
-
Als u gewend bent uw eigen bloedsuiker te meten, kunt u hier tijdens opname mee doorgaan als u dit wilt. De verpleegkundige controleert dan bij opname uw bloedsuikermeter. In de periode rondom de operatie dat u niet zelf uw bloedsuiker kunt controleren neemt de verpleegkundige het van u over. De bloedsuikerwaarden noteert u in uw eigen dagboek. De verpleegkundige neemt bij de controletijdstippen de bloedsuikerwaarden over op de verpleegkundige registratielijst. Als u gewend bent om zelf uw dosering insuline aan te passen op de hoogte van uw bloedsuikers en eventueel zelf kortwerkende insuline bijspuit op basis van de hoogte van uw bloedsuikers (zelfregulatie), kunt u hier tijdens opname onder bepaalde voorwaarden mee doorgaan. Bij opname in het ziekenhuis kunt u de verpleegkundige vragen om een papieren instructie met daarin de afspraken over het uitvoeren van zelfregulatie tijdens ziekenhuisopname.
Na de operatie
Na de operatie op de dagbehandeling gebruikt u weer uw normale medicatie. Maar als u opgenomen bent in het ziekenhuis, krijgt u diabetesmedicatie in het ziekenhuis en neemt u geen eigen medicatie in.
lees meerNa de operatie
Dagbehandeling
- Zodra u weer kunt eten en drinken, start u opnieuw met uw eigen diabetesmedicatie en wordt het infuus gestopt.
- De anesthesist bespreekt welke diabetesmedicatie u moet gebruiken als u dezelfde dag nog naar huis gaat.
Opname
- Op de dag van de operatie neemt u na de operatie geen eigen diabetesmedicatie in en spuit u geen insuline.
- Volg het medicatieschema dat u krijgt.
- Bekijk het medicatieschema voor operaties tijdens een dagbehandeling
- Bekijk het medicatieschema voor operaties tijdens een ziekenhuisopname
Medicatieschema's
Operatie die plaatsvindt tijdens een dagbehandeling
Diabetes Medicatie |
Dag voor de ingreep |
Dag van de ingreep |
Na de ingreep |
Bloedglucose verlagende tabletten | Tabletten innemen zoals gebruikelijk. | Ochtenddosis tabletten overslaan*. | Tabletten hervatten. Overgeslagen dosis tabletten niet inhalen. |
1x daags langwerken- de insuline ‘s ochtends. |
Insuline spuiten zoals gebruikelijk. | Ochtenddosis insuline overslaan* | Helft van de ochtenddosis insuline spuiten. |
1x daags langwerkende insuline ‘s avonds. | Verlaag de dosering met 25%. Toe te dienen dosis: ............ eenheden (aan te geven door de anesthesist) |
Geen extra maatregelen* | Insuline ‘s avonds in gebruikelijke dosis spuiten. |
2x daags insulinemix. | Insuline spuiten zoals gebruikelijk. | Ochtenddosis insuline overslaan* | Voor de middagmaaltijd de helft van de ochtenddosis insuline spuiten. Voor de avondmaaltijd de gebruikelijke dosis insuline spuiten. |
Kortwerkende insuline | Insuline spuiten zoals gebruikelijk. | Ochtenddosis insuline overslaan* | Voor de middagmaaltijd en avondmaaltijd de gebruikelijke dosis insuline spuiten. |
Insulinepomp | Basaalstand pomp en bolussen zoals gebrui- kelijk. | Ochtendbolus overslaan*. Op geleide van de bloedglucose tijdelijk de basaalstand verlagen (bv. nachtstand). |
Basaalstand van de pomp weer op de gebruikelijke hoeveelheid. Bolussen zoals gebruikelijk. |
* Bij glucose lager dan 6 voor de ingreep: 2 dextrotabletten. Dit staat het nuchter zijn niet in de weg.
Operatie waarbij u opgenomen wordt op een verpleegafdeling
Diabetes Medicatie |
Dag voor de ingreep |
Dag van de ingreep |
Bloedglucose verlagende tabletten | Tabletten innemen zoals gebruikelijk. |
Ochtenddosis tabletten overslaan* |
1x daags langwerkende insuline ‘s ochtends. |
Insuline spuiten zoals gebruikelijk. | Ochtenddosis insuline overslaan*. |
1x daags langwerkende insuline ‘s avonds. | Verlaag de dosering met 25%. Toe te dienen dosis: ......... eenheden (aan te geven door de anesthesist). |
Geen extra maatregelen*. |
2x daags insulinemix. | Insuline spuiten zoals gebruikelijk. | Ochtenddosis insuline overslaan*. |
Kortwerkende insuline. | Insuline spuiten zoals gebruikelijk. | Ochtenddosis insuline overslaan*. |
Insulinepomp | Basaalstand pomp en bolussen zoals gebruikelijk. | Ochtendbolus overslaan*. Op geleide van de bloedglucose tijdelijk de basaalstand verlagen (bv. nachtstand). |
* Bij glucose lager dan 6 voor de ingreep: 2 dextrotabletten. Dit staat het nuchter zijn niet in de weg.