Over weefseldonatie
Afhankelijk van welk weefsel voor donatie gebruikt wordt, voert het team van de Nederlandse Transplantatie Stichting de volgende ingrepen uit in het mortuarium of operatiekamer:
Oogweefsel
Bij donatie van het oogweefsel verwijdert het team het oog uit de oogkas. Ze plaatsen een prothese terug zodat de donatie niet zichtbaar is. Met een hoornvliestransplantatie kunnen mensen met zeer ernstige oogafwijkingen geholpen worden na bijvoorbeeld verbranding of ontsteking.
Hartklepdonatie
Bij hartklepdonatie verwijdert een arts van de Nederlandse Transplantatie Stichting het hart uit de borstkas. Omdat ze de borstkas openen om het hart te verwijderen, heeft de overledene daarna een litteken. De hartkleppen nemen ze uit en maken ze geschikt voor transplantatie. Met een hartkleptransplantatie worden vooral kinderen en mensen met ernstige aangeboren hartafwijkingen geholpen.
Huid
Bij huiddonatie verwijdert de arts een dunne of dikke laag huid. Hiervoor gebruiken ze de huid van de rug en de achterzijde van de bovenbenen. In verband met kans op lekkage van lichaamsvocht krijgt de overledene hierna een dunne overall van absorberend materiaal aan onder zijn of haar eigen kleding. Wanneer de overledene thuis wordt opgebaard raden we huiddonatie af. Huidtransplantatie helpt mensen met zeer ernstige verbrandingen of ander huidletsel.
Bot- en peesweefsel
Bij bot- en peesweefsel gaat het om de lange pijpbeenderen van de benen en de bovenarmen. Bot verwijdert de arts onder steriele omstandigheden op de operatiekamer. Daarna plaatsen ze protheses terug. Hiervoor is een operatie nodig, waardoor littekens zichtbaar zijn. Met een bottransplantatie kunnen mensen met bottumoren geholpen worden. Ook gebruiken we bot in de orthopedische- en kaakchirurgie. Een combinatie van bot- en huiddonatie is niet mogelijk.
Opbaring
Een overledene kan na weefseldonatie gewoon worden opgebaard. Weefseldonatie hoeft niet zichtbaar te zijn als iemand op de gebruikelijke manier is opgebaard. Wanneer u speciale wensen rond opbaring of verzorging heeft, maakt u deze dan kenbaar bij
de afdelingsarts. Dan kunnen ze rekening mee houden.