
Boris Krebber (1958) studeerde Klinische Psychologie en Arbeids- en Organisatiepsychologie. Toch ging de toen 32-jarige psycholoog ook nog Tandheelkunde studeren. Nu gaat hij iedere dag met plezier naar een van zijn tandartspraktijken in Venray en Gennep, of stapt hij in de mondzorgbus. Hij behandelt patiënten met een beperking, of mensen die om een andere reden extra zorg nodig hebben.
Vertel. Wie is Boris Krebber?
“Een vriendelijke, enthousiaste tandarts die houdt van een beetje afwisseling en leven in de brouwerij. In Arnhem ben ik geboren maar grotendeels getogen in Zevenaar. Voor mijn studie verhuisde ik naar Nijmegen. Toch ben ik teruggegaan naar Arnhem. Daar woon ik nu prachtig in het groen, samen met mijn vrouw. Ik sta zo in Park Sonsbeek voor een wandeling. Soms denk ik nog wel eens aan wonen in Nijmegen hoor, want het centrum is zo gezellig. Dat heeft in mijn studententijd mijn hart gestolen en me eeuwig jong gemaakt.”
Pas rond je 40e werd je tandarts. Hoe is dat zo gelopen?
“Ik heb eerst Klinische Psychologie gestudeerd en direct daarna ging ik in militaire dienst. Tijdens die dienst heb ik mijn diploma Arbeids- en Organisatiepsychologie gehaald. Daarna werkte ik drie jaar als trainer en adviseur op het gebied van managementvaardigheden. Maar ik vond het intensief en het voelde te veel als het opvoeren van een show. De rek ging eruit. Mijn buurvrouw was tandarts en zij ging iedere dag fluitend naar haar werk. Toen dacht ik: dat wil ik ook. Ik heb me als 32-jarige psycholoog ingeschreven voor Tandheelkunde, werd ingeloot en op mijn 40e begon ik als tandarts. Sindsdien ga ook ik iedere dag fluitend naar mijn werk.”
Waar is je praktijk?
“Ik heb een tandartspraktijk in Venray bij GGZ-instelling Vincent van Gogh. Daar komen patiënten met bijvoorbeeld verslavingsproblemen. Daarnaast heb ik een praktijk in Gennep bij Dichterbij. Hier behandel ik mensen die een – soms zware – verstandelijke beperking hebben. In Venray komen patiënten vaak alleen, of met beperkte begeleiding. Bij Dichterbij is er eigenlijk altijd begeleiding bij. Dat is goed en nodig, niet zozeer voor de behandeling of controle, maar vooral voor de mondzorg thuis. De patiënten zijn vaak zelf niet in staat om bijvoorbeeld regelmatig en goed te poetsen. In mijn zorg richt ik me dus grotendeels op de begeleiders, want zij moeten thuis de patiënten verder helpen. Maar ik doe nog meer hoor! Ik rijd regelmatig met de mondzorgbus van NoviaCura naar Velp (bij Grave) of Blerick. Ook daar help ik patiënten met een beperking of die op een andere manier extra begeleiding nodig hebben.”
In hoeverre werk je samen met andere zorgverleners?
“Ik verwijs soms patiënten door naar een andere zorginstelling. Bijvoorbeeld naar de Winckelsteegh, Radboudumc of Maasziekenhuis Pantein als een behandeling onder narcose nodig is. Het liefst ga ik er dan ook zelf naartoe. Ik wil kennismaken met de behandelaar en aanpak daar. Verder werk ik natuurlijk ook goed samen met de begeleiders en AVG-artsen van Dichterbij. We zijn hier nu bijvoorbeeld een kennisnetwerk aan het opzetten om de mondzorg te verbeteren.”
Wat doe je over vijf jaar?
“Nog steeds dit werk. Wel hoop ik dan iets minder te werken. Bijvoorbeeld alleen in de ochtenden, in plaats van de vijf volle werkdagen van nu. Daarnaast hoop ik dat we dan in het huis wonen dat we willen laten bouwen. Waar? Toch in Arnhem…”