“Een ziekenhuis, en zeker een umc, is slechts kort te gast in het leven van een patiënt”, aldus Bertine Lahuis, sinds eind 2017 lid van onze Raad van Bestuur. “Een ziekenhuisopname van twee weken was vroeger heel normaal. Nu is steeds meer het devies: beter worden doe je thuis.” Wat vraagt dit van de verschillende zorgverleners rondom de patiënt? En wat betekent dat vervolgens voor onze samenwerking?
Doordat de zorg steeds ambulanter wordt, worden huisartsen een nog belangrijkere spil in de zorg rondom de patiënt. Met al die andere taken die een huisarts erbij blijft krijgen, is het in ons aller belang dat er fundamenteel iets gaat veranderen. Want er moet voldoende tijd en rust blijven voor een goede voorbereiding op een consult en een goede verwijzing. En bijvoorbeeld voor een telefonisch consult met een medisch specialist. Het is onze verantwoordelijkheid als academisch huis om de eerste lijn te ondersteunen in de discussie en keuzes rondom deze uitdagingen. Ik denk dat het bijvoorbeeld nodig is om kritisch te kijken naar het aantal patiënten per huisarts.
Voor fundamentele veranderingen is een dialoog nodig. Die is er nu nog onvoldoende en dit is dan ook een van de punten waar ik me hard voor wil maken. Als Radboudumc faciliteren we op verschillende manieren de samenwerking in de regio. Bijvoorbeeld met verschillende netwerken, bijeenkomsten, een Commissie Transmurale Samenwerking, opleidingen en onderzoeken. Maar ik wil nog meer de échte ontmoetingen stimuleren en daarmee de kans om met elkaar in gesprek te gaan over transmurale zorg. En over de transitie waar we allemaal in zitten, die voor- en nadelen met zich meebrengt en waar niet iedereen altijd even blij mee is.
In huis stimuleer ik deze dialoog, bijvoorbeeld bij de inrichting van netwerken, zorgpaden en ketenzorg. Ik pleit er dan voor om met de juiste mensen te spreken, óók buiten ons eigen huis. Onze collega’s mogen terecht trots zijn op het werk dat ze doen, maar ook beseffen dat wij slechts één – maar voor de patiënt en betrokkenen belangrijk – radertje zijn in het grote geheel van zorg voor de patiënt. Als Radboudumc excelleren we in wat we doen en we zijn betrokken en bereikbaar. Maar daar hoort ook bescheidenheid bij; beter worden doe je vooral thuis, met alle betrokkenen aldaar. Ik roep dan ook graag iedere partner op om mee te praten. Stel vragen. Spiegel ons. Wat doen we goed en wat kan beter? Dankzij dat gesprek kunnen we de trots op onze transmurale samenwerking in de regio blijven waarmaken.
dr. Bertine Lahuis
lid Raad van Bestuur van het Radboudumc
Doordat de zorg steeds ambulanter wordt, worden huisartsen een nog belangrijkere spil in de zorg rondom de patiënt. Met al die andere taken die een huisarts erbij blijft krijgen, is het in ons aller belang dat er fundamenteel iets gaat veranderen. Want er moet voldoende tijd en rust blijven voor een goede voorbereiding op een consult en een goede verwijzing. En bijvoorbeeld voor een telefonisch consult met een medisch specialist. Het is onze verantwoordelijkheid als academisch huis om de eerste lijn te ondersteunen in de discussie en keuzes rondom deze uitdagingen. Ik denk dat het bijvoorbeeld nodig is om kritisch te kijken naar het aantal patiënten per huisarts.
Voor fundamentele veranderingen is een dialoog nodig. Die is er nu nog onvoldoende en dit is dan ook een van de punten waar ik me hard voor wil maken. Als Radboudumc faciliteren we op verschillende manieren de samenwerking in de regio. Bijvoorbeeld met verschillende netwerken, bijeenkomsten, een Commissie Transmurale Samenwerking, opleidingen en onderzoeken. Maar ik wil nog meer de échte ontmoetingen stimuleren en daarmee de kans om met elkaar in gesprek te gaan over transmurale zorg. En over de transitie waar we allemaal in zitten, die voor- en nadelen met zich meebrengt en waar niet iedereen altijd even blij mee is.
In huis stimuleer ik deze dialoog, bijvoorbeeld bij de inrichting van netwerken, zorgpaden en ketenzorg. Ik pleit er dan voor om met de juiste mensen te spreken, óók buiten ons eigen huis. Onze collega’s mogen terecht trots zijn op het werk dat ze doen, maar ook beseffen dat wij slechts één – maar voor de patiënt en betrokkenen belangrijk – radertje zijn in het grote geheel van zorg voor de patiënt. Als Radboudumc excelleren we in wat we doen en we zijn betrokken en bereikbaar. Maar daar hoort ook bescheidenheid bij; beter worden doe je vooral thuis, met alle betrokkenen aldaar. Ik roep dan ook graag iedere partner op om mee te praten. Stel vragen. Spiegel ons. Wat doen we goed en wat kan beter? Dankzij dat gesprek kunnen we de trots op onze transmurale samenwerking in de regio blijven waarmaken.
dr. Bertine Lahuis
lid Raad van Bestuur van het Radboudumc