Verantwoord proefdieronderzoek in het Radboudumc
Als Radboudumc willen we vooroplopen in de vorming van een duurzame, innovatieve en betaalbare gezondheidszorg. Dit begint bij het doen van goed wetenschappelijk biomedisch onderzoek. Voor veel onderzoek maken we bij het Radboudumc en de Radboud Universiteit gebruik van bijvoorbeeld laboratoriumstudies en menselijke vrijwilligers. Voor een deel van het biologisch en medisch onderzoek is proefdieronderzoek echter nog steeds onmisbaar of soms zelfs wettelijk verplicht. lees meerVerantwoord proefdieronderzoek in het Radboudumc
Als Radboudumc willen we vooroplopen in de vorming van een duurzame, innovatieve en betaalbare gezondheidszorg. Elke dag streven naar betere zorg, onderzoek en onderwijs, elke dag beter begrijpen hoe ziektes ontstaan, hoe we ze kunnen voorkomen, behandelen en genezen. Kortom, we willen een significant impact on healthcare hebben: samen met én voor de patiënt onderscheidend zijn.
Dit begint bij het doen van goed wetenschappelijk biomedisch onderzoek. Voor veel onderzoek maken we bij het Radboudumc en de Radboud Universiteit gebruik van laboratoriumstudies, cel- en weefselkweektechnieken, computersimulaties en menselijke vrijwilligers. Voor een deel van het biologisch en medisch onderzoek is proefdieronderzoek echter nog steeds onmisbaar of soms zelfs wettelijk verplicht. Als alternatieven niet mogelijk zijn, doen we in het Radboudumc proefdieronderzoek. Proefdieren helpen ons om fundamentele kennis te ontwikkelen over het functioneren van mens en dier en geven ons inzicht in het ontstaan en verloop van bepaalde ziektes. Dit is essentieel om nieuwe behandelmethoden te ontwikkelen en de effecten hiervan te bepalen.
Proefdieronderzoek vindt alleen plaats onder strenge voorwaarden:
- De onderzoeksvragen kunnen niet beantwoord worden door bestaande wetenschappelijke literatuur.
- Alternatieven voor proefdieronderzoek zijn niet mogelijk.
- De Dierexperimentencommissie (DEC) en de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) moeten toestemming geven voor het onderzoek.
- Bij het proefdieronderzoek wordt uitgegaan van de 3V’s: vervanging, vermindering en verfijning.
- De Radboud Universiteit beschikt over een vergunning voor het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten met en het fokken van proefdieren. De Nederlandse Voedsel‐ en Warenautoriteit (NVWA) controleert vervolgens of de dierexperimenten volgens de wet‐ en regelgeving worden uitgevoerd.
- Het proefdieronderzoek van het Radboudumc en de Radboud Universiteit wordt uitgevoerd in het Centraal Dierenlaboratorium (CDL).
Waarom dierproeven?
Dierproeven helpen ons om kennis te ontwikkelen over hoe mensen en dieren functioneren. Ook helpen ze ons om meer te weten te komen over hoe bepaalde ziektes ontstaan en hoe ze behandeld of genezen kunnen worden. lees meerWaarom dierproeven?
Binnen het Radboudumc en Radboud Universiteit wordt zowel fundamenteel als (bio-)medisch onderzoek uitgevoerd. Op dit moment kunnen niet alle onderzoeksvragen beantwoord worden door middel van laboratoriumonderzoek of onderzoek met menselijke vrijwilligers. Daarom wordt er in het Radboudumc ook onderzoek gedaan met dieren.
Dierproeven zijn op dit moment nog een onmisbaar onderdeel voor veel biologisch, medisch en diergeneeskundig onderzoek. Ze helpen ons om kennis te ontwikkelen over hoe mensen en dieren functioneren, en om meer te weten te komen over hoe bepaalde ziektes ontstaan en hoe ze behandeld of genezen kunnen worden.
Proefdieronderzoek is noodzakelijk voor:
- Het verkrijgen van fundamentele kennis van biologische processen die vertaald kunnen worden naar de mens en bij de mens verder onderzocht kunnen worden.
- Het verkrijgen van kennis over de oorzaak van ziektes.
- De ontwikkeling van nieuwe behandelingen en het bepalen van effecten ervan.
- Het ontwikkelen van vaccins en andere methodes om ziekten te voorkomen.
Uitgangspunten
Als er proefdierstudies worden uitgevoerd, gebeurt dit op een verantwoorde manier. We streven hierbij naar de zogenaamde 3V's:- Vervanging
- Vermindering
- Verfijning
Vooroplopen in verminderen
Als Radboudumc en Radboud Universiteit hebben we de ambitie om voorop te lopen bij het ontwikkelen en toepassen van technieken en modellen die leiden tot het gebruik van minder proefdieren.
lees meerVooroplopen in verminderen
Als Radboudumc en Radboud Universiteit hebben we de ambitie om voorop te lopen bij het ontwikkelen en toepassen van technieken en modellen die leiden tot het gebruik van minder proefdieren.
Zo werken we steeds meer met alternatieven voor proefdieronderzoek, zoals computersimulaties, celmodellen, organoïden en organ-on-a-chip modellen, die zijn afgeleid van de cellen van patiënten. Daarnaast krijgt bijvoorbeeld de toepassing van moleculaire beeldvormende technieken steeds meer aandacht. Dit zijn technieken waarbij biologische processen als celdeling, genexpressie, metabolisme, celmigratie, activiteit van enzymen, op verschillende tijdstippen kwantitatief kunnen worden bestudeerd in een proefdiermodel. Dit leidt tot minder proefdieren, omdat met één dier meer informatie verkregen kan worden.
Een andere belangrijke ontwikkeling is het optimaliseren van het onderzoek met proefdieren, door bestaande kennis beter in kaart te brengen, onder meer door systematische reviews.
Voorbeelden van proefdiervrije innovaties
- Huidorganoïden door Ellen van den Bogaard
- Bekijk ook deze video van de Universiteit van Nederland, waarin Ellen uitlegt welke alternatieven er zijn voor proefdieren, en wat de voor- en nadelen van die alternatieven zijn.
- Computersimulaties door Peter Friedl
- Organen op een chip door Nael Nadif Kasri
Centraal Dierenlaboratorium
Het proefdieronderzoek van het Radboudumc en de Radboud Universiteit wordt uitgevoerd in het Centraal Dierenlaboratorium (CDL). Het CDL levert vanaf de planning tot en met de uitvoer advies, faciliteiten en expertise.
bekijk paginaDierexperimentencommissies
Dierexperimentencommissies (DEC's) beoordelen of het belang van een onderzoek opweegt tegen het ongerief van de dieren. Met het advies van een DEC bepaalt de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) of iemand een vergunning krijgt voor dierproeven. De CCD erkent DEC’s en houdt toezicht op hun functioneren. website CCDWetgeving
De wet‐ en regelgeving rond dierproeven is gedurende het laatste decennium uitgebreid en aangescherpt. De wetgeving rond dierproeven in Nederland is beschreven in de Wet op dierproeven (Wod), die gebaseerd is op, maar verder gaat dan de Europese richtlijn 2010/63/EU.
De Radboud Universiteit beschikt over een vergunning voor het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten met en het fokken van proefdieren. De Nederlandse Voedsel‐ en Warenautoriteit (NVWA) controleert vervolgens of de dierexperimenten volgens de wet‐ en regelgeving worden uitgevoerd.
Ieder instituut met een vergunning voor het uitvoeren van proefdierexperimenten rapporteert jaarlijks over hun experimenten met proefdieren. Deze informatie wordt op nationaal niveau verzameld en gepubliceerd in het jaarlijkse rapport ‘Zo Doende’, het jaaroverzicht dierproeven en proefdieren van de NVWA. Het Radboudumc en de Radboud Universiteit willen niet alleen voldoen aan de geldende wet‐ en regelgeving, zij werken actief aan nieuwe methoden en inzichten om dierwelzijn te verbeteren en het gebruik van proefdieren te beperken.