Diarree

Door uw behandeling kunt u diarree krijgen. Diarree komt door irritatie van het slijmvlies van de darm. Diarree is een waterige, dunne ontlasting die meer dan 4 keer per dag voorkomt. Door de diarree kunnen vocht en voedingsstoffen minder goed worden opgenomen in de darmen.

U kunt last hebben van:
  • buikpijn en buikkrampen
  • vaak aandrang om naar de WC te gaan
  • waterige, dunne ontlasting
  • bloed of slijm bij de ontlasting

Adviezen

  • Bij diarree verliest u veel vocht. Het is belangrijk dat u veel drinkt: 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers.
  • U kunt het beste water, thee, appelsap (iets zoets), cola zonder prik en bouillon drinken. Bouillon is belangrijk om eventueel een zouttekort aan te vullen net als ORS (oral rehydration solution). Vermijdt prikkelende of scherpe voeding. 
  • Eet kleine porties. 
  • Eet geen grote maaltijden en eet niet te vet, geen grove vezels en gasvormende producten, zoals ui, knoflook, kool, prei.
  • Drink geen koolzuurhoudende drank (met prik), geen koffie en geen alcohol. 
  • Vermijd melkproducten als u diarree heeft (bij een geïrriteerde darm heeft u kans op lactose intolerantie)
  • Kijk op www.voedingenkankerinfo.nl voor voedingstips bij diarree.
Neem contact op met uw arts als u één of meer van de volgende klachten heeft:
  • als u niet meer kunt drinken
  • geen medicijnen kunt innemen
  • diarree in combinatie met braken
  • bloed in de ontlasting
  • diarree die langer dan 24 uur aanhoudt
  • merkt dat u minder vaak en kleinere hoeveelheden plast, of wanneer de urine donker van kleur wordt (thee kleurig)
  • duizelig bent bij opstaan
  • diarree met koorts heeft
  • Als u 7x per 24 uur of vaker dan normaal ontlasting heeft.
Patiëntenzorg Behandelingen Chemotherapie Bijwerkingen en adviezen

Bijwerkingen en adviezen

De behandeling die u krijgt heeft niet alleen invloed op de kankercellen, maar ook op uw gezonde cellen. Hierdoor kunt u last krijgen van bijwerkingen.

lees meer

Bijwerkingen en adviezen

De behandeling die u krijgt heeft niet alleen invloed op de kankercellen, maar ook op uw gezonde cellen. Hierdoor kunt u last krijgen van bijwerkingen. Het is niet te voorspellen welke bijwerkingen bij u optreden, en ook niet wanneer en hoe erg de bijwerkingen zijn. Dit is per persoon verschillend. Sommige bijwerkingen ervaart u zelf zoals haaruitval, vermoeidheid en misselijkheid. Maar er zijn ook bijwerkingen waar u zelf weinig tot niets van merkt, zoals bloedarmoede, schade aan uw lever of nieren of een daling van uw witte bloedcellen. Daarom controleert uw arts regelmatig uw bloed en de functie van uw lever en nieren. Soms controleert uw arts ook uw hartfunctie. Het is dan ook belangrijk dat u al uw klachten bespreekt met uw arts.

Bijwerkingen en adviezen bij klachten


Beschadigde zenuwbanen

Chemotherapie kan uw zenuwbanen beschadigen (neuropathie). Bij neuropathie werken één of meer zenuwen niet goed meer.

lees meer

Beschadigde zenuwbanen

Chemotherapie kan uw zenuwbanen beschadigen (neuropathie). Bij neuropathie werken één of meer zenuwen niet goed meer. Bij perifere polyneuropathie zijn de perifere zenuwen aangetast. Dit zijn de zenuwen die naar de armen en benen, handen en voeten lopen. Meestal zijn de uiteinden van deze zenuwen beschadigd. Dit heeft vooral invloed op de werking van de spieren en het gevoel. Welke klachten u krijgt, hangt af van welke zenuwen zijn aangetast.

Mogelijke klachten zijn:

  • prikkelingen of tintelingen
  • doof gevoel
  • veranderd gevoel, bijvoorbeeld het gevoel alsof u op watten of kussens loopt
  • pijn door aanraking
  • pijn door temperatuurswisselingen
  • brandende of stekende pijn
  • evenwichtsstoornissen, vooral bij het lopen op een oneffen ondergrond of in het donker
  • spierzwakte
  • kramp in de spieren
  • dunner worden van spieren

De verschijnselen beginnen meestal in de tenen en voeten. Later kunt u ook klachten hebben in de onderbenen, vingertoppen en handen. Zowel aan de linker- als rechterkant van uw lichaam. De klachten ontstaan meestal geleidelijk na een aantal kuren en worden steeds erger. Bij de meeste mensen verdwijnen de klachten binnen enkele maanden na de behandeling. Soms zijn de klachten blijvend of verdwijnen ze maar gedeeltelijk.

Heeft u bovenstaande klachten of verschijnselen? Meld ze dan bij uw arts of oncologieverpleegkundige. Neuropathie moet namelijk zo vroeg mogelijk worden aangepakt.

Adviezen

Neuropathie door chemotherapie is moeilijk te behandelen. Er zijn wel enkele dingen die u zelf kunt doen om uw klachten te beperken of te verlichten.

  • Praat over uw klachten met uw arts. Hoe eerder de neuropathie wordt herkend, hoe kleiner de kans op blijvende schade.
  • Zorg voor voldoende nachtrust. Veel mensen met neuropathie voelen zich beter als ze uitgerust zijn en goed in hun vel zitten.
  • Zorg dat u voldoende beweegt. Regelmatig bewegen, zoals wandelen, blijkt een gunstig effect te hebben op neuropathie na chemotherapie.
  • Vermijd contact met kou, zoals kou uit de koelkast of buiten. Kleed u warm aan en draag sokken of handschoenen.
  • Kijk uit met hoge temperaturen. Veel mensen hebben meer last van de neuropathie bij warm weer of wanneer hun voeten niet goed worden geventileerd en te warm worden door te dikke sokken en niet-ventilerende schoenen.
  • Controleer regelmatig uw handen en voeten op verwondingen of blaren (omdat u dit mogelijk niet voelt). 
  • Heeft u last van spierzwakte in uw voeten of duizeligheid? Dan is het risico op vallen groter. Tips om vallen te voorkomen:
    • Kijk goed waar u uw voeten neerzet als u loopt.
    • Verwijder losse kleedjes.
    • Verwijder rommel uit doorgangen en kamers.
    • Gebruik antislipmatjes in douche en badkamer.
    • Wankelt u een beetje bij het lopen? Gebruik dan een wandelstok of rollator.
    • Zorg voor goede verlichting als het donker is. 
    • Een fysiotherapeut kan u helpen om het evenwichtsgevoel te trainen. Draag goed passende schoenen. Vermijd schoenen die te strak of juist te los zitten.
  • Heeft u problemen met lopen door krachtverlies, dan kunt u baat hebben bij het gebruik van aangepaste schoenen.
  • Bezoek zo nodig regelmatig een podotherapeut of gespecialiseerde pedicure.

Bloedarmoede

Bloedarmoede (anemie) is een tekort aan rode bloedcellen. lees meer

Bloedarmoede

Bloedarmoede (anemie) is een tekort aan rode bloedcellen.
 
U kunt de volgende klachten hebben: 
  • kortademig en vermoeid, zelfs als u heel weinig heeft gedaan
  • bij opstaan uit bed of stoel zwart voor de ogen zien
  • bleek en lusteloos
  • duizelig en hoofdpijn
  • niet goed slapen
  • niet goed kunnen concentreren
  • hartklachten/ hartkloppingen
  • koud gevoel
  • zweten

Advies

Deze vorm van bloedarmoede is niet te behandelen door anders te eten dan u gewend bent. Neem bij klachten contact op met uw behandelend arts.

Bloedingen

Door de behandeling kan er een tekort aan bloedplaatjes (trombocyten) in het bloed ontstaan (trombocytopenie). Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Door de daling van het aantal bloedplaatjes is het bloed dunner en stolt het dus minder snel. lees meer

Bloedingen

Door de behandeling kan er een tekort aan bloedplaatjes (trombocyten) in het bloed ontstaan (trombocytopenie). Bloedplaatjes spelen een belangrijke rol bij de bloedstolling. Door de daling van het aantal bloedplaatjes is het bloed dunner en stolt het dus minder snel.

U kunt de volgende klachten hebben: 
  • sneller een bloedneus krijgen
  • spontane blauwe plekken
  • bloed bij plassen
  • bloed bij hoesten
  • bloedend tandvlees
  • puntvormige bloedinkjes in de huid
  • bloed bij het braken
  • bloed in de ontlasting
  • bij vrouwen kan de menstruatie anders zijn (meer of tussendoor bloedverlies)
  • heel soms spontane bloedingen

Advies

Heeft u last van een of meerdere van bovengenoemde klachten, neem dan contact op met uw behandelend arts.

Wat kunt u zelf doen?
  • Pas op met stoten (blauwe plekken).
  • Krab geen wondjes open.
  • Als u een wondje heeft, druk dit dan een tijdje stevig dicht met een steriel gaasje. 
  • Gebruik geen scherpe voorwerpen (bijvoorbeeld elektrisch scheren is beter dan met een mesje). 
  • Probeer de ontlasting soepel te houden door veel te drinken. Veel betekent dat u per dag 1,5 tot 2 liter moet drinken, dit zijn 16 kopjes of 14 bekers per dag. 
  • Gebruik bij het tandenpoetsen een zachte borstel. 
  • Neem uw temperatuur op met een oorthermometer.

Cognitieve problemen

Chemotherapie kan problemen veroorzaken met denken. lees meer

Cognitieve problemen

Uw behandeling kan problemen veroorzaken met denken. U kunt last krijgen van concentratieproblemen of geheugenproblemen. Voor deze problemen wordt ook wel de term ‘chemobrein’ gebruikt. U kunt merken dat u:
  • Een trager werk- en denktempo heeft
  • Minder goed kunt plannen en organiseren
  • Moeite hebt om onder tijdsdruk te werken
  • Moeite heeft om verschillende dingen tegelijkertijd te doen.
  • Moeite heeft met het onthouden van nieuwe informatie

Adviezen

Cognitieve problemen kunnen na verloop van tijd afnemen of helemaal verdwijnen. Bij sommige mensen houden we langdurig aan of gaan ze niet meer weg. De volgende adviezen kunnen uw situatie mogelijk verbeteren:
  • Neem regelmatig en voldoende rust
  • Ga ontspannen aan de slag met uw activiteit
  • Probeer de omstandigheden zo gunstig mogelijk te maken, door bijvoorbeeld een goede voorbereiding, goede organisatie, orde en regelmaat, weinig afleiding en voldoende tijd.
  • Bouw uw activiteiten op naar mogelijkheid en duur.
  • Vertel mensen in uw omgeving over uw problemen. Zo kunnen ze reële verwachtingen van uw activiteiten hebben.

Diarree

Door uw behandeling kunt u diarree krijgen. Diarree komt door irritatie van het slijmvlies van de darm. lees meer

Gevoelige zenuwbanen bij kou

Door uw behandeling kunt u de eerste week na de behandeling klachten krijgen bij het drinken van koude dranken, het aanraken van koude voorwerpen en in een koude omgeving. lees meer

Gevoelige zenuwbanen bij kou

Door uw behandeling kunt u de eerste week na de behandeling klachten krijgen bij het drinken van koude dranken, het aanraken van koude voorwerpen en in een  koude omgeving.
U kunt last hebben van:  
  • het gevoel dat u minder goed kunt slikken
  • kortademigheid
  • het gevoel dat u stikt
  • kramp in de keel en/of kramp van de spieren bij de longen
  • kaakkramp
Het is belangrijk dat u deze klachten meldt aan uw arts of verpleegkundig specialist.

Adviezen

  • vermijd gedurende de eerste dagen na  de behandeling wisselingen van temperatuur
  • wees voorzichtig of vermijd  het pakken van producten uit koelkast / diepvries
  • vermijd het drinken van koude dranken
  • was uw handen met lauw/warm water
  • draag een sjaal of das en zo nodig handschoenen en muts wanneer u naar buiten gaat
  • vermijd airco

Grieperig gevoel

Door uw behandeling  kunt u een grieperig gevoel krijgen. lees meer

Grieperig gevoel

Door uw behandeling  kunt u een grieperig gevoel krijgen.

U kunt last hebben van:
  • algehele malaise
  • koorts
  • hoofdpijn
  • verminderde eetlust
  • spierpijn en pijn in de botten
Het grieperig gevoel is meestal van korte duur. Het begint enkele uren na de toediening van de medicatie en houdt 1-2 dagen aan. Het verdwijnt meestal weer spontaan.

Adviezen

  • neem de temperatuur op wanneer u zich niet goed voelt of last heeft van koude rillingen, rillen of klappertanden
  • gebruik ter bestrijding van hoofdpijn, spierpijn en pijn in de botten 500-1000 mg paracetamol (maximaal 4 maal daags 1000mg) en neem eerst de temperatuur op voordat u paracetamol inneemt
 
Neem contact op met uw arts of verpleegkundig specialist als:
  • uw temperatuur boven de 38,5 C of langer dan een halve dag 38 C is
  • wanneer de griepverschijnselen in de dagen na de behandeling erger worden of niet verbeteren

Haaruitval

Een bijwerking van chemotherapie is haaruitval. Dat komt omdat de cytostatica de haarvormende cellen kunnen beschadigen. Hierdoor wordt er minder of geen nieuw haar gemaakt. Het haar wordt dunner, breekt snel of valt uit.

lees meer

Haaruitval

Een bijwerking van chemotherapie is haaruitval. Dat komt omdat de cytostatica de haarvormende cellen kunnen beschadigen. Hierdoor wordt er minder of geen nieuw haar gemaakt. Het haar wordt dunner, breekt snel of valt uit. Meestal valt eerst het hoofdhaar uit, maar ook andere lichaamsbeharing kan uitvallen.

Niet elke chemotherapie geeft haaruitval

Niet van alle soorten chemotherapie valt uw haar uit. Dat heeft te maken met de soort en hoeveelheid chemotherapie die u krijgt. Bespreek met uw arts wat u kunt verwachten.

Hoe en wanneer begint haaruitval

Meestal begint het haar 10 tot 17 dagen na de eerste chemotherapie toediening uit te vallen. U kunt dit merken doordat u haren vindt op uw kussen of in de douche. Mogelijk krijgt u haarpijn. Dat kan aanvoelen als een paardenstaart die te strak zit of als naaldjes die kleine prikjes op uw hoofdhuid geven. Het kan een teken zijn dat het haar uit gaat vallen.

Behandeling door middel van hoofdhuidkoeling

Hoofdhuidkoeling tijdens chemotherapie kan haaruitval voorkomen of verminderen. Meer informatie hierover leest u op Hoofdhuidkoeling tijdens chemotherapie.

Haaruitval

U kunt het haar voorafgaand aan de chemotherapie kort laten knippen. De overgang naar een kaal hoofd is dan wat minder abrupt.

Pruik

Indien u er voor kiest om een pruik aan te schaffen, is het belangrijk om voor u start met de chemotherapie bij een gespecialiseerd kapper langs te gaan om te laten zien hoe u haar er nu uit ziet en om een pruik uit te kiezen die bij u past. De verpleegkundige kan u helpen een goede kapper bij u in de buurt te zoeken. Voor het aanschaffen van de pruik is het belangrijk om bij uw ziektekostenverzekering na te vragen tot welk bedrag de pruik vergoed wordt.

Als u kaal wordt, kunt u ook besluiten om niets te doen. Houd het hoofd wel bedekt. Zowel in de zomer (tegen verbranding door de zon) als in de winter (tegen de kou).
Gebruik ’s nachts een badstoffen tulband of mutsje, zodat u niet te veel warmte verliest via de hoofdhuid.

Komt het haar weer terug?

Haaruitval door chemotherapie is bijna altijd tijdelijk. Meestal begint het haar binnen enkele weken tot maanden nadat u gestopt bent met de chemotherapie weer te groeien. Soms begint het haar zelfs weer te groeien tijdens de chemotherapie.

Het nieuwe haar is anders

Het nieuwe hoofdhaar kan anders zijn dan voorheen. De kleur of structuur kan veranderen, ook dit is meestal tijdelijk. Zo kan iemand die eerst stijl blond haar had donkerder haar met krulletjes terugkrijgen. Vaak krijgt u eerst donzig ‘babyhaar’, ook in het gezicht. Het kan zijn dat het haar minder snel groeit dan voorheen.


Hand-voet syndroom

Door uw behandeling met  chemotherapie kunnen er kleine hoeveelheden via zeer fijne bloedvaten (haarvaten) in de palm van de hand of de zool van de voet terechtkomen. lees meer

Hand-voet syndroom

Door uw behandeling met  chemotherapie kunnen er kleine hoeveelheden via zeer fijne bloedvaten (haarvaten) in de palm van de hand of de zool van de voet terechtkomen. Wrijving of hitte verhoogt de hoeveelheid medicijn in de haarvaten en verhoogt dus ook de kans dat het in de handen/voeten terechtkomt.

U kunt last hebben van:
  • roodheid
  • jeuk
  • pijn of gevoeligheid
  • zwelling
  • schilferende of vervellende huid
  • blaasjes of blaren
  • infectie van de huid en/of nagels
Heeft u bovenstaande klachten of verschijnselen? Meld ze dan bij uw arts, verpleegkundig  specialist of oncologieverpleegkundige.

Adviezen

  • vermijd blootstelling van uw huid aan heel warm water(bad, douche, sauna, vaatwas)
  • vermijd blootstelling aan de zon
  • vermijd te nauwe sokken, schoenen of handschoenen
  • vermijd het dragen van nauw aansluitende juwelen
  • vermijd activiteiten die druk of wrijving op de huid van de handen en voeten veroorzaken
  • vermijd het gebruik van een elektrische deken
  • neem een  lauw bad / douche of geef handen en voeten een fris bad
  • droog uw handen en voeten af door met een handdoek te deppen en niet te wrijven
  • zoek bij warm weer frisse en schaduwrijke plaatsen op
  • draag ruim zittende en comfortabele kleding en soepele en gemakkelijk zittende schoenen
  • laat uw handen en voeten zoveel mogelijk bloot
  • bescherm uw handen met handschoenen bij huishoudelijk werk

Hartklachten

Bepaalde medicatie kan de spiercellen van het hart beschadigen. Hierdoor kan de werking van de hartspier afnemen. Uw hart heeft dan een verminderde pompkracht of klopt onregelmatig. lees meer

Hartklachten

Bepaalde medicatie kan de spiercellen van het hart beschadigen. Hierdoor kan de werking van de hartspier afnemen. Uw hart heeft dan een verminderde pompkracht of klopt onregelmatig. Deze bijwerking hangt af van de totale hoeveelheid van het medicijn. Loopt u door de behandeling risico, dan controleert  de arts u regelmatig.

U kunt last hebben van:
  • extreme vermoeidheid bij lichamelijke inspanning
  • pijn op de borst
  • kortademigheid
  • hartbonzen (vooral ‘s nachts), een onregelmatige hartslag of een erg snelle hartslag
  • vocht vasthouden in de benen (dikke enkels, onderbenen)

Advies

Als u een van de klachten heeft, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundig specialist.
 

Huidverandering

U kunt last krijgen van een droge huid of pigmentvlekjes. lees meer

Huidverandering

U kunt door de chemotherapie last hebben van een droge huid. Ook kunnen er eerder pigmentvlekjes ontstaan. De huid is na chemotherapie gevoeliger voor UV-straling.

Adviezen:

  • Het beste kunt u uw huid gedurende de behandeling verzorgen met een PH neutrale hydraterende crème.
  • Het is heel belangrijk om uw huid extra goed in te smeren met zonnebrandcrème. Bij voorkeur een PH-neutraal product met een hoge beschermingsfactor.

Infecties

Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen ontstaan. De witte bloedcellen zijn belangrijk voor uw afweer tegen infecties. Door de behandeling met chemotherapie kunt u tijdelijk dus gevoeliger zijn voor infecties. lees meer

Infecties

Door de behandeling kan er een tekort aan witte bloedcellen ontstaan. De witte bloedcellen zijn belangrijk voor uw afweer tegen infecties. Door de behandeling met chemotherapie kunt u tijdelijk dus gevoeliger zijn voor infecties. Het is belangrijk om te proberen infecties te voorkomen en om infecties in een vroeg stadium te herkennen en te behandelen.

U kunt proberen om infecties te voorkomen door:
  • Een goede mondverzorging.
  • Probeer vooral in de dipperiode (7-14 dagen na toediening) uzelf te beschermen tegen infecties van buitenaf. Ga mensen die verkouden zijn of griep hebben zo veel mogelijk uit de weg.
  • Mijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn, zoals het openbaar vervoer, winkels en voetbalstadia.
  • Gebruik handschoenen wanneer u in de tuin werkt, zeker bij het snoeien van bijvoorbeeld rozen of andere struiken.
  • Indien u een wondje heeft dit goed schoon te maken en in de gaten te houden. Overleg met uw arts bij ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte, zwelling, en pijn. 
  • Houd rekening met wat u eet. Zorg ervoor dat alles goed doorbakken is.
De volgende klachten kunnen wijzen op een infectie:
  • koorts (halve dag boven de 38 °C of eenmalig boven de 38.5 °C )
  • koude rillingen (rillen of klappertanden)
  • hoesten
  • snelle ademhaling
  • benauwdheid
  • diarree
  • maag- en/of buikpijn
  • hoofdpijn of moeite uw hoofd te buigen
  • uitslag, blaren of pijnlijke plekken
  • oorpijn
  • keelpijn
  • zweren of pijn rond de anus
  • pijn bij het plassen
  • wondje met roodheid en/of pus

Advies

Als u een van bovenstaande klachten heeft, neem dan contact op met uw behandelend arts. Meet de temperatuur op vóór u belt zodat u kunt bespreken of u koorts heeft.
Als uw temperatuur boven de 38.5 °C of langer dan een halve dag 38 °C is, neem dan contact op met uw behandelend arts.
Heeft u een besmettelijke ziekte opgelopen, dan kunt u andere mensen in uw omgeving, dagbehandeling, afdeling of polikliniek aansteken. Heeft u een afspraak in het ziekenhuis, bel in dat geval altijd van tevoren op om te overleggen. Het ziekenhuis kan dan voorzorgsmaatregelen treffen en bijvoorbeeld de afspraak verschuiven naar een ander tijdstip.

Koorts

Koorts is een verhoging van de lichaamstemperatuur boven de 38,5 °C.

lees meer

Koorts

Koorts is een verhoging van de lichaamstemperatuur boven de 38,5 °C.
U kunt de volgende klachten hebben:

  • koude rillingen
  • zweten
  • warmtegevoel
  • versnelde pols en ademhaling
  • lage bloeddruk (bijvoorbeeld duizelig bij opstaan)
  • vermoeidheid
  • algeheel gevoel van ziek zijn

Adviezen

Neem contact op met het ziekenhuis als de temperatuur stijgt boven de 38,5 °C, of als u koude rillingen krijgt of zieker wordt. Lees meer: Wanneer contact opnemen?


Longklachten

Chemotherapie kan de longen beschadigen en zo de werking van de longen verminderen. lees meer

Longklachten

Chemotherapie kan de longen beschadigen en zo de werking van de longen verminderen.

U kunt last krijgen van:

  • hoesten (zonder slijm)
  • kortademigheid bij lichamelijke inspanning en later ook in rust
  • snelle ademhaling
  • benauwdheid, een vervelend en angstig gevoel dat u niet of onvoldoende kunt ademhalen.

Neem contact op met uw arts bij één van de volgende klachten:

  • plotseling optredende kortademigheid
  • gevoel van benauwdheid
  • snelle ademhaling die u niet kunt corrigeren

Minder eetlust

De behandeling tegen kanker kan uw zin in eten beïnvloeden. Veel patiënten met kanker hebben last van ongewenst gewichtsverlies. lees meer

Minder eetlust

De behandeling tegen kanker kan uw zin in eten beïnvloeden. Veel patiënten met kanker hebben last van ongewenst gewichtsverlies. Dat kan komen door een lichamelijke reactie op de kanker. Hierdoor verandert de stofwisseling, en dat heeft invloed op uw eetlust. Problemen met eten kunnen ook ontstaan door de bijwerkingen van de behandeling, bijvoorbeeld veranderde smaak en reuk, misselijkheid, moeilijk slikken of een ontstoken mond. Indien u moeite heeft met voeding, dan kunt u met uw behandelend arts overleggen of u doorverwezen kunt worden naar een diëtiste. Diëtisten zijn gespecialiseerd in deze klachten en adviseren u voor, tijdens en na de behandeling over de juiste voeding zodat u zo goed mogelijk aan de behandeling kunt beginnen en na afloop zo snel mogelijk weer aansterkt.

Op www.voedingenkankerinfo.nl kunt u meer lezen. Ook vindt u hier tips over voeding bij:


Misselijkheid en overgeven

Het kan zijn dat u tijdens en na de kuur een dag of een aantal dagen minder trek heeft in eten. Daarnaast kunt u last hebben van misselijkheid. lees meer

Misselijkheid en overgeven

Het kan zijn dat u tijdens en na de kuur een dag of een aantal dagen minder trek heeft in eten. Daarnaast kunt u last hebben van misselijkheid.

U kunt medicijnen krijgen voordat de chemotherapie wordt toegediend en ook daarna om misselijkheid en overgeven (braken) te verminderen of te voorkomen. Het is belangrijk dat u de medicijnen altijd inneemt zoals u met uw arts/verpleegkundige besproken heeft. Houdt u aan de vaste tijden om de medicijnen in te nemen, ook als u niet misselijk bent.

Ook na de toediening van de chemotherapie kunt u misselijk blijven en overgeven. Om u hierbij te ondersteunen krijgt u voor thuis een recept mee. Heeft u een van onderstaande klachten neem dan volgens instructie deze medicijnen in.

Niet alle cytostatica veroorzaken misselijkheid en overgeven.

U kunt last hebben van:

  • maagklachten, zoals een vol gevoel of pijn
  • misselijk gevoel
  • kokhalzen en overgeven
  • weinig of geen eetlust
  • hik
  • buikpijn of buikkrampen, opgezette buik
  • dorst

Adviezen

  • Zoek een rustige, frisse omgeving op, buiten wandelen kan ook helpen bij misselijkheid.
  • Eet vaker en kleine porties. Probeer een lege maag te vermijden door regelmatig een kleinigheidje te eten, zoals een cracker of beschuit of een schaaltje yoghurt.
  • Vermijd extreme geuren (kookluchtjes, parfum). 
  • Eet niet te vet, te warm of te sterk gekruid voedsel.
  • Probeer vooral te eten waar u trek in heeft.
  • Zoek afleiding tijdens het eten als het eten lastig gaat (bijvoorbeeld door iets te lezen onder tussen of televisie te kijken)
  • Een goede speekselproductie. Dit voorkomt een vieze smaak en een droge mond. Suikervrije kauwgum kauwen stimuleert de speekselproductie.
  • Drink  minimaal 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers. Sommige patiënten geven de voorkeur aan koolzuurhoudendedranken. De koolzuur kan helpen om overtollige lucht uit de maag op te boeren en zo een vol gevoel te verlichten. Neem de koolzuurhoudende drank niet te koud, dit kan maagklachten geven.

Neem contact op met uw arts als u:

  • ernstig en aanhoudend braken gedurende 24 uur of langer
  • minder dan 1,5 liter per dag kunt drinken. Dat zijn 12 kopjes of 10 bekers
  • tekenen van uitdroging vertoont . Dit merkt u aan een droge mond, droge huid, weinig of niet meer kunnen plassen en een donkere kleur van uw urine.

Mond­problemen

Chemotherapie kan uw mondslijmvlies aantasten, waardoor wondjes in uw mond kunnen ontstaan. Bovendien vermindert de chemotherapie uw afweer, waardoor u extra vatbaar bent voor infecties. lees meer

Mond­problemen

Chemotherapie kan uw mondslijmvlies aantasten, waardoor wondjes in uw mond kunnen ontstaan. Bovendien vermindert de chemotherapie uw afweer, waardoor u extra vatbaar bent voor infecties. De wondjes in uw mond kunnen daardoor sneller dan normaal geïnfecteerd raken.

U kunt de volgende klachten hebben:

  • roodheid van het mondslijmvlies
  • pijn bij het eten, drinken of spreken
  • pijn bij het indoen van uw prothese
  • gevoeligheid voor kruiden, zure producten, warmte of kou
  • opgezwollen mondslijmvlies
  • bloedend slijmvlies

Adviezen

  • Houd uw mond vochtig en schoon. Om de kans op een infectie via wondjes in uw mond te verminderen is een goede mondverzorging belangrijk. Bekijk voor meer informatie en tips over hoe u dat kunt doen: Mondverzorging tijdens chemotherapie.
  • Kijk op www.voedingenkankerinfo.nl voor tips over voeding als u een ontstoken mond heeft. 

Bij vragen of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met uw specialist of (oncologie)verpleegkundige. Als u pijn heeft kunt u met hem/haar ook overleggen wat de beste pijnmedicatie voor u is.


Overgevoeligheid allergie

U kunt een allergische reactie krijgen op uw medicatie. Meestal ontstaan allergische klachten direct na het toedienen van het medicijn, maar dit kan ook pas na een aantal toedieningen optreden. lees meer

Overgevoeligheid allergie

U kunt een allergische reactie krijgen op uw medicatie. Meestal ontstaan allergische klachten direct na het toedienen van het medicijn, maar dit kan ook pas na een aantal toedieningen optreden.

U kunt de volgende klachten hebben:
  • roodheid en huiduitslag, soms met jeuk
  • kuchen
  • benauwdheid
  • beklemmend gevoel op de borst
  • duizeligheid en bloeddrukdaling
  • rillen
  • misselijkheid en darmkrampen
  • onrust
  • pijnscheuten in onderrug en buik
  • blozen
  • koorts
Heeft u tijdens de behandeling bovenstaande klachten of verschijnselen meld ze dan meteen bij uw oncologieverpleegkundige.

Voorzorgsmaatregelen

  • ondersteunende medicatie

Vervolgkuren na allergische reactie

  • extra ondersteunende medicatie en verlenging van de inlooptijd

Seksuele problemen

Tijdens de behandeling met chemotherapie mag u intiem zijn. Echter kan de behandeling wel invloed hebben op uw seksuele leven. lees meer

Seksuele problemen

Tijdens de behandeling met chemotherapie mag u intiem zijn. Echter kan de behandeling wel invloed hebben op uw seksuele leven. Het kan zijn dat u minder zin hebt in seks. Ook kunt u last hebben van lichamelijke klachten.

Mannen kunnen tijdens of na de behandeling o.a. last hebben van erectieproblemen. Ook kan de chemotherapie (tijdelijke) onvruchtbaarheid tot gevolg hebben.

Bij vrouwen kan chemotherapie ervoor zorgen dat de slijmvliezen van de vagina droger worden of geïrriteerd raken. Ook kunnen bij bepaalde cytostatica de eierstokken tijdelijk of blijvend beschadigen. Hierdoor kunnen hormoonschommelingen optreden en kunnen vrouwen (tijdelijk) onvruchtbaar worden en mogelijk vervroegd in de overgang komen.

Het is belangrijk om uw gevoelens over uw lichaam en het hebben van seks te delen met uw partner. Ook kunt u uw zorgen altijd delen met uw behandelend arts en/of verpleegkundige. Hij of zij kan u doorverwijzen naar een seksuoloog.

 

Vermoeidheid

Vermoeidheid komt vaak voor bij de behandeling van kanker. Dit kan verschillende oorzaken hebben. lees meer

Vermoeidheid

Vermoeidheid komt vaak voor bij de behandeling van kanker. Dit kan verschillende oorzaken hebben:

  • Lichamelijke klachten zoals pijn, misselijkheid of bloedarmoede.
  • Sommige mensen kunnen door de behandeling tijdelijk minder goed eten, bijvoorbeeld door misselijkheid, mondproblemen, slikklachten of een gebrek aan eetlust.  Door minder te eten krijgt u minder voedingstoffen binnen. Ook dit kan vermoeidheid veroorzaken.
  • Vaak zijn mensen minder lichamelijk actief tijdens en na de behandeling. Gebrek aan beweging kan leiden tot een minder goede conditie en daardoor bijdragen aan vermoeidheid.
  • Ook geestelijke en sociale factoren kunnen een rol spelen. U kunt heel moe worden omdat u zich bijvoorbeeld zorgen maakt, verdrietig of boos bent. 
  • Tijdens of na de behandeling slaapt u vaak slechter.

 Adviezen

  • Accepteer het verschil tussen wat u wilt en wat u kunt.
  • Onderzoek  uw grenzen en probeer daar niet overheen te gaan.
  • Doe wat goed voor uzelf  is.
  • Durf 'nee' te zeggen tegen anderen, soms ook zonder uit te leggen.
  • Blijf in contact met anderen.
  • Probeer ook over andere onderwerpen te praten dan uw ziekte.
  • Zorg voor een regelmatig slaap-waakritme.
  • Zorg voor een goede verdeling van activiteiten en bouw ook rustmomenten in.
  • Beweeg elke dag  tenminste 1 uur.
  • Eet goed en gezond. Meer informatie vindt u op www.voedingenkankerinfo.nl.

Verstopping

Door uw behandeling kunt u last krijgen van verstopping (obstipatie). lees meer

Verstopping

Door uw behandeling kunt u last krijgen van verstopping (obstipatie).
U kunt de volgende klachten hebben:

  • weg blijven van ontlasting
  • harde en droge ontlasting
  • persen bij het naar het toilet gaan
  • opgezette buik
  • pijnlijke ontlasting
  • buikpijn en/of darmkrampen
  • verminderde eetlust door een vol gevoel
  • aambeien

Adviezen

  • Zorg dat u voldoende drinkt: 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn 16 kopjes of 14 bekers.
  • Eet veel vezels. Vezels zitten in volkoren producten, fruit en groenten.
  • Probeer zoveel mogelijk te bewegen.
  • Vertel uw arts dat u last heeft van verstopping. Hij kan u medicijnen voorschrijven om de klachten te verhelpen, of u doorverwijzen naar een diëtist.
  • Neem contact op met uw arts als u langer dan 3 dagen geen ontlasting heeft gehad of als u hevige buikkrampen heeft. 
  • Kijk op www.voedingenkankerinfo.nl voor voedingstips bij obstipatie.
  • Medewerkers
  • Intranet