In de Radbode las je het verhaal van de elfjarige Renzo, die werd geboren met een - recent ontdekte - afwijking in het gen GTF3C3. Wereldwijd zijn er twaalf patiënten met deze aandoening bekend. Zij krijgen te maken met onder andere een vertraagde ontwikkeling, leerproblemen, epilepsie en aangeboren hersenafwijkingen. Klinisch geneticus David Koolen begeleidde Renzo en zijn ouders.
David, wat heeft het voor zin om heel specifiek te weten dat je kind een dergelijk afwijkend gen heeft, als er nergens ter wereld een geneesmiddel is te vinden?
David: 'Dat heeft op allerlei manieren zin. Allereerst worstelen ouders meestal al lange tijd met de vraag wat de oorzaak van de problemen van hun kind is. Weten wat de diagnose is, zorgt voor rust en duidelijkheid. Ook geeft het inzicht in hoe de aandoening zich waarschijnlijk zal ontwikkelen. Dit helpt bij het beter begrijpen van de symptomen en het verloop. Zowel ouders als zorgverleners kunnen zich dan beter voorbereiden op wat er komen gaat en veel beter zorg op maat leveren.'
Kun je hier een voorbeeld van geven?
'Denk aan een kind dat niet leert lopen op het moment dat gezonde leeftijdgenootjes dat doen, maar het op oudere leeftijd alsnog leert. Soms jaren later. Als je dat weet van andere kinderen met dezelfde aandoening, dan hou je daar rekening mee. Mogelijk is gerichte kinderfysiotherapie in dat verband zinvol. Of dat je als arts weet dat hartklachten of epilepsie bij de beschreven symptomen van de aandoening horen, dan kun je klachten eerder herkennen of gericht onderzoek aanvragen. Gerichte behandelingen kunnen de kwaliteit van leven van de patiënt sterk verbeteren.
Als iets genetisch is, willen ouders vaak ook weten of de aandoening erfelijk is en of er risico is voor andere gezinsleden, zoals broers en zussen of toekomstige kinderen. Dat kan belangrijke informatie opleveren voor familieplanning en het maken van keuzes rondom genetisch onderzoek.'
Hoe werkt dit soort onderzoek internationaal?
'Ons umc is een van de Nederlandse expertisecentra voor kinderen met een zeldzame aangeboren ontwikkelingsstoornis. Patiënten en hun familie kunnen er terecht voor diagnostiek, specialistische zorg en wetenschappelijk onderzoek. Het expertisecentrum verzamelt en deelt ook kennis. We werken intern, nationaal én internationaal samen met artsen en onderzoekers. Dat draagt bij aan goede diagnostiek en zorg. Bij GTF3C, de aandoening die Renzo heeft, gaf een onderzoeksteam uit Australië de eerste aanzet. Ons umc speelde een belangrijke rol door het GTF3C-onderzoek bij fruitvliegjes toe te voegen. (Zie ook dit interview met collega Annette Schenck, red.) Door samen te werken, lukt het om steeds meer zeldzame ziekten en de onderliggende ziekteprocessen in kaart te brengen. Dat helpt zorgprofessionals overal in de wereld om de goede diagnose te vinden en daar passende zorg op af te stemmen.'
Hoe zoek je naar overeenkomsten?
'Er zijn duizenden zeldzame genetische aandoeningen; mijn mailbox zit vol met mails van collega’s met wie we werken aan nieuwe diagnoses. Het is maar goed dat we het onderzoek ernaar over de hele wereld verdelen. En het delen van kennis gebeurt op verschillende manieren. Zo koppelt de website GeneMatcher artsen en onderzoekers van over de hele wereld die geïnteresseerd zijn in hetzelfde gen. Tegenwoordig kunnen artsen ook medische gegevens over gen-aandoeningen geanonimiseerd uploaden naar de internationale website Human Disease Genes. Bepaalde kenmerken van een patiënt zoals "kleine schedelomvang" of "groeiachterstand" worden daar met een internationale code vastgelegd. Het geeft artsen en wetenschappers nu en in de toekomst de kans om binnen de enorme "vijver" van zeldzame genetische aandoeningen naar belangrijke gegevens te zoeken.
Door samen te werken, leren we steeds meer over wat een zeldzame aandoening inhoudt. En áls er een therapie wordt ontdekt, dan kun je zo de patiënten vinden die er baat bij kunnen hebben.’
Hoe ontdekt een klinisch geneticus eigenlijk dat iemand een zeldzame genafwijking heeft?
'Er gaat een DNA-sample in een DNA-sequencer en daar rollen per onderzochte persoon dan zo’n 40.000 DNA-verschillen uit. Dat zijn vooral onschuldige verschillen tussen mensen. We gebruiken allerlei filters om de echte afwijking op het spoor te komen, oftewel de oorzaak van de aandoening die we onderzoeken. Vervolgens ga je weer kijken of de DNA-uitkomst matcht met het klinisch beeld, dus de klachten en kenmerken van de patiënt. Als alle gegevens logisch bij elkaar passen, kun je de diagnose vaststellen. Daarna komt de vervolgstap: aan de patiënt en de familie uitleggen wat er is gevonden en wat dat voor hen betekent.'
Meer weten?
- Lees hier meer over hoe deze verstandelijke beperking is gevonden.
- Lees hier meer over hoe fruitvliegjes helpen bij onderzoek naar afwijkend gen.
- Lees hier het interview met de moeder van de elfjarige Renzo.
Meer nieuws

Aandoeningen tien patiënten ontrafeld in 48 uur tijdens Undiagnosed Hackathon 2024 Mooi voorbeeld van hoe effectief open samenwerking kan zijn in de zorg
10 juni 2024De Undiagnosed Hackathon - De kracht van open samenwerking die leidt tot mooie resultaten met grote gevolgen voor patiënten en hun naasten..
lees meer
Fruitvlieg koppelt slaapproblemen bij autisme aan gliacellen, de bloedhersenbarrière en serotonine
7 juni 2021 In Science Advances beschrijft een onderzoeksteam, gecoördineerd door het Radboudumc, hoe sommige slaapproblemen kunnen ontstaan bij mensen met neurologische ontwikkelingsstoornissen lees meer