Nieuws Vijf vragen over vijf jaar corona 

10 maart 2025

Het is vijf jaar geleden dat de coronapandemie ook in Nederland uitbrak, met een grote ziektelast, veel sterfgevallen en lockdowns tot gevolg. Waar staan we nu, vijf jaar na dato? Hoogleraar Uitbraken van infectieziekten Chantal Rovers en hoogleraar Eerstelijnsgeneeskunde Aura Timen, destijds werkzaam bij het RIVM, beantwoorden vijf vragen over vijf jaar corona.

Welke lessen uit de coronapandemie hebben we ter harte genomen?

We hebben veel kennis opgedaan tijdens de coronapandemie. Chantal Rovers is internist-infectioloog en hoogleraar Uitbraken van infectieziekten. Tijdens de coronapandemie leidde zij de actieteams zorg en vaccinatie en behandelde ze patiënten in het Radboudumc. Ze vertelt: ‘De landelijke spreiding van patiënten via het LCPS kwam vrij snel op gang. Tijdens de eerste golf, in maart 2020, reed ik op een verlaten snelweg naar het Radboudumc langs Bernhoven, het ziekenhuis in Uden, waar enorm veel coronapatiënten lagen. Het enige verkeer werd gevormd door ambulances, die patiënten ophaalden uit Bernhoven en naar ziekenhuizen in het noorden brachten. Door die spreiding konden we optimaal gebruik maken van de beschikbare opnamecapaciteit. Van dit systeem hebben we ook bij nieuwe crises profijt, bijvoorbeeld in 2021 bij de ontruiming van het ziekenhuis in Venlo vanwege een dreigende overstroming.’  

Hoogleraar Eerstelijnsgeneeskunde Aura Timen werkte destijds bij het RIVM als Centrumhoofd Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding en was wetenschappelijk secretaris van het OMT. Ook zij ziet enkele verbeteringen: ‘Binnen het RIVM bestaat nu de Landelijke Functie Opschaling Infectiebestrijding LFI, verantwoordelijk voor de noodzakelijke opschaling en materialen bij een pandemie, zoals voor grootschalig testen, vaccineren en contactopsporing. Daar was aan het begin van de crisis een groot tekort aan. Ook binnen de EU wordt meer samengewerkt aan pandemiebestrijding, bijvoorbeeld door organisatie HERA.’

Daarnaast leveren ziekenhuizen tegenwoordig veel meer zorg op afstand. ‘Voor corona hadden we daar minder ervaring mee’, aldus Rovers. Daarnaast heeft de GGD geïnvesteerd in kennisbehoud. Ook zijn grootschalige projecten zoals RAPIDE gestart, waarbij scenario’s en zorgmodellen ontwikkeld en getest worden om de reguliere zorg tijdens crises flexibeler en veerkrachtiger te organiseren. Timen: ‘Meer samenwerking tussen ziekenhuizen, de eerstelijnszorg en de GGD’en is hierbij cruciaal, en het Integraal Zorg Akkoord biedt daar ook kansen voor.’ 

In welk opzicht staan we er slechter voor dan vijf jaar geleden? 

Chantal Rovers: ‘We hebben nu minder IC-bedden dan vijf jaar geleden, omdat er minder personeel is en we de zorg zo efficiënt mogelijk willen inrichten. Dat is best logisch met het oog op een betaalbare gezondheidszorg en vergrijzende bevolking, maar dat maakt ons wel extra kwetsbaar als we ineens veel bedden nodig hebben. Ook zien we, mede door desinformatie, dat de vaccinatiebereidheid in de maatschappij de afgelopen jaren is afgenomen. Een zorgelijke ontwikkeling.’ Timen beaamt dit: ‘In alle instituties daalt het vertrouwen. Het is ons niet gelukt om twijfel over vaccinaties voldoende weg te nemen. Een belangrijke les is dat we voor meer begrip meer verbinding met de samenleving moeten zoeken. Bijvoorbeeld ook voor de noodzaak van eventuele maatregelen.’ 

Daarnaast pleit Timen voor een betere inbedding van het wetenschappelijk onderzoek. Vooral aan het begin van de pandemie werd er veel door onderzoekers of ziekenhuizen individueel gedaan. Een betere infrastructuur, waarin zowel data als onderzoeksgegevens verzameld worden, kan helpen om klinische vragen over oorzaak, behandeling of risicogroepen in kaart te brengen. ‘In Engeland kwam binnen het nationale gezondheidssysteem NHS veel informatie automatisch bij elkaar. Daardoor hadden de Britten snel zicht op nieuwe varianten en wie daar vatbaar voor waren. Van dat systeem kunnen we veel leren.’ 

Welke gevolgen hebben (inter)nationale politieke besluiten?

De Nederlandse regering maakte in 2024 bekend voor 300 miljoen euro te bezuinigen op de zogeheten pandemische paraatheid. Als dit doorgaat, is dat enorm zonde, aldus Rovers: ‘De Onderzoeksraad voor de Veiligheid heeft drie rapporten met aanbevelingen opgesteld, waarvoor investeringen nodig zijn die we als maatschappij moeten willen doen. Met deze voorgenomen bezuinigingen worden de GGD’en beperkt in daadkracht en borgen van kennis.’ Timen vult aan: ‘Samenwerkingen vallen dan zo goed als stil, terwijl we elkaar in de publieke zorg juist meer moeten opzoeken en versterken.’ 

Ook internationale politieke besluiten hebben mogelijk verstrekkende gevolgen. Amerika heeft zich teruggetrokken uit de Wereldgezondheidsorganisatie WHO, en deelt geen kennis en data meer. Daarnaast is Robert F. Kennedy aangesteld als minister van Volksgezondheid, iemand die openlijk twijfelt aan de effectiviteit van vaccinaties, zonder daar wetenschappelijke bewijzen voor te hebben. Timen: ‘De gevolgen van deze politieke ontwikkelingen moeten zich uitwijzen, maar je kunt je voorstellen dat we minder grip krijgen op mogelijke nieuwe virusuitbraken. In de VS is het H5N1-virus, dat vogelgriep veroorzaakt, overgesprongen van vogels op koeien. Deze uitbraak is nog niet ingedamd. Met een aantal mutaties kan het virus ook op mensen overslaan. Een zorgelijke ontwikkeling, waarvan we gevolgen moeilijk kunnen overzien als Amerika geen informatie deelt.’ 

Hoe groot is het risico op een nieuwe pandemie?

Zowel Timen als Rovers voorzien een nieuwe pandemie. Het is echter niet te zeggen of dat morgen is, of over tien of twintig jaar. Maar, zegt Timen, we kampen met een aantal risicofactoren die de kans op een snellere uitbraak vergroten. ‘De gedaalde vaccinatiebereidheid, meer desinformatie, de voorgenomen bezuinigingen op de publieke zorg en de terugtrekking van Amerika uit de WHO. Dat verhoogt ook het risico op de terugkeer van oude bekenden: bijna uitgebannen ziektes. In Amerika is vorige maand een kind overleden aan de mazelen, maar denk ook aan een terugkeer van polio.’ 

Ook Rovers verwacht dat pandemieën elkaar sneller zullen opvolgen: ‘De wereldbevolking neemt toe, waardoor steeds meer dieren uit hun natuurlijke omgeving verjaagd worden. Dat vergroot het risico dat een virus overspringt van dier op mens. Daarbij leidt klimaatverandering ertoe dat allerlei insecten die ziekteverwekkers kunnen overdragen, terecht komen op plekken waar ze eerst niet konden overleven. Zo zorgen we ervoor dat de kans op nieuwe uitbraken toeneemt, ik denk dat we ons dat te weinig realiseren. We zagen tijdens corona hoe klein de wereld is. Een virus dat ontstond in het Chinese Wuhan, had slechts enkele weken nodig om de hele wereld in zijn greep te krijgen.’ 

Zijn we voldoende voorbereid op een nieuwe pandemie?

Corona heeft de kwetsbaarheden van het gezondheidssysteem blootgelegd. Timen: ‘De samenwerking tussen ziekenhuizen, huisartsen, langdurige zorg en de publieke gezondheidszorg is nog niet optimaal en een zwakke schakel in de pandemische paraatheid. Daarnaast merken we dat de gebeurtenissen tijdens de pandemie verdwijnen uit ons collectief geheugen, wat ten koste gaat van een goede voorbereiding.’ Rovers besluit: ‘Als de bezuinigingen op de Nederlandse publieke gezondheidszorg doorgaan, keren we snel terug naar de paraatheid van voor corona. Tel daarbij de zorgelijke internationale ontwikkelingen op, en we zijn niet voldoende klaar voor een nieuwe grote uitbraak.’

Meer informatie


Pauline Dekhuijzen

wetenschaps- en persvoorlichter

neem contact op

Meer nieuws

  • Medewerkers
  • Intranet