Waar hoortoestellen alle geluiden versterken, werkt een cochleair implantaat anders. Pas vier weken na de operatie, wordt de prothese voor het eerst aangezet. ‘Stemmen klinken in het begin als Mickey Mouse.’
Wat is toch dat rare geklingel dat ik hoor als ik buiten op straat loop? Dat vroeg een patiënt van de afdeling KNO zich af nadat ze met een operatie een digitale prothese voor het gehoor had gekregen, een zogenaamd cochleair implantaat (CI). Het bleek het geluid dat autobanden maken op het wegdek.
Dat het geluid met een CI anders klinkt dan met een gewoon hoortoestel, komt doordat een CI anders werkt. Een hoortoestel versterkt het geluid. Een CI vangt met microfoontjes geluiden op en zet deze om in een digitaal geluid. Het CI stuurt dit via een slimme minicomputer achter het oor en snelle inwendige bedrading direct door naar de gehoorzenuw, die de geluiden doorgeeft aan de hersenen. Door deze omzetting van geluid naar een digitaal signaal verandert voor de patiënt de klankkleur van geluid.
‘De hersenen moeten enorm wennen aan deze nieuwe vorm van horen’, vertelt KNO-arts Emmanuel Mylanus, die deze operaties uitvoert en in oktober zijn oratie hield over Maakbaar horen. ‘Een maand na de operatie zetten we het CI voor het eerst aan, een spannend moment voor de patiënt en voor ons. In het begin lijken geluiden heel hoog, en klinken stemmen als Mickey Mouse. Maar na een paar maanden klinkt alles al veel normaler. En dat terwijl de signalen die het CI geeft niet zijn veranderd; de hersenen hebben zich dan aangepast aan het geluid dat het CI doorgeeft.’
Spectaculair
Artsen kunnen een CI plaatsen bij aangeboren doofheid, maar ook bij volwassenen met ernstig gehoorverlies, wanneer een hoortoestel niet voldoende werkt. In Nederland kreeg de eerste volwassene een CI in 1986. Drie jaar later volgde het eerste kind, in het Radboudumc. ‘In het begin was er weerstand, omdat mensen de technologie spannend vonden’, vertelt Emmanuel. ‘Maar we zagen al snel een spectaculair resultaat. Kinderen gingen van doof of zeer slechthorend op een speciale school, naar licht slechthorend in het reguliere onderwijs, en ontwikkelden zich veel beter.’
Het CI heeft zijn waarde dus ruimschoots bewezen. Toch werkt het niet bij iedereen even goed en is de spreiding in de resultaten groot. ‘De ene persoon komt uit op twintig procent gehoor, de andere haalt tachtig procent. Maar dat percentage zegt niet alles. Voor een volwassene die altijd doof is geweest, kan een gehoor van dertig procent een enorme winst zijn’, zegt spraak- en taalpatholoog Wendy Huinck. Zij begeleidt mensen voordat ze een CI krijgen en onderzoekt of een CI voor hen zin heeft.
Kneedbare hersenen
Of een CI goed werkt hangt af van veel factoren. Wendy en Emmanuel onderzoeken dat samen met hun team in een grote Europese studie. Ze willen vooraf de uitkomst van een CI beter kunnen voorspellen. Enerzijds speelt de techniek hierbij een rol. Zo is uit onderzoek in het Radboudumc gebleken: hoe dichter de bedrading van het CI op de gehoorzenuw aansluit, hoe beter. Ook is het belangrijk dat de neuronen in de gehoorzenuw nog goed werken. Daarnaast verbetert het CI technisch gezien, net zoals er steeds betere versies van mobiele telefoons verschijnen.
Anderzijds speelt de situatie van de patiënt een grote rol. Bij jonge mensen die pas doof zijn, werkt een CI beter dan bij iemand op leeftijd die al lange tijd niets hoort. Wendy: ‘Dat heeft te maken met die benodigde aanpassing door de hersenen, we noemen dat ook wel de kneedbaarheid van het brein. Je zult het brein moeten trainen, bijvoorbeeld door meelezen met een luisterboek en sociale contacten aangaan. Als je achter de geraniums gaat zitten, zal de gewenning moeilijker en het resultaat naar verwachting minder goed zijn.’
Geluidsprikkels
Daarnaast is timing belangrijk. Wendy: ‘Mensen moeten alle voor- en nadelen goed afwegen en de tijd nemen voor de beslissing. Stel dat je altijd doof bent geweest, dan kan het best heftig zijn om ineens te horen. Ook kan het resultaat tegenvallen.’ Het voortraject duurt daarom meestal een aantal maanden. Daarbij brengt Wendy naast de psychosociale aspecten ook de medische kant van het gehoor kaart, zoals waar het probleem in het oor zit en hoe de hersenen reageren op geluidsprikkels.
‘Bij baby’s die doof geboren zijn, weten we dat je juist zo snel mogelijk moet opereren’, zegt Emmanuel. Dat gebeurt in het Radboudumc inmiddels op een leeftijd van acht of negen maanden. ‘De gebieden in de hersenen die betrokken zijn bij het gehoor zijn nog het meest actief en kneedbaar voordat het kind anderhalf is. Daarnaast kun je bij baby’s het beste direct in beide oren tegelijk een CI plaatsen.’
Telefoneren via je CI
Voor jongeren tot achttien jaar is zo’n dubbele CI vergoede zorg, maar volwassenen krijgen helaas slechts één oor vergoed. ‘Voor mensen die aan het andere oor ook nauwelijks horen, is dat erg jammer’, vertelt Wendy. ‘Zij kunnen namelijk met een enkel CI niet bepalen waar het geluid vandaan komt en hebben meer moeite met horen in rumoer. Daarnaast kun je tegenwoordig je telefoon aansluiten op je CI, of het geluid van een film streamen. Superhandig, want dan hoor je met het oor met een CI geen achtergrondgeluid meer en komt het geluid directer binnen.’
Mede vanwege de situatie rond de vergoeding doen Emmanuel en Wendy momenteel veel onderzoek naar de maatschappelijke impact van het CI. Met deze acht jaar durende studie zijn ze nu op de helft. Ze laten mensen die een CI krijgen zowel voor als na de operatie vragenlijsten invullen. Die gaan bijvoorbeeld over de kwaliteit van leven, zelfstandigheid, sociale interacties en de positie in de maatschappij. Vinden mensen met een CI makkelijker een baan? En zijn ze minder eenzaam?
Waarde
Aansluitend kijken ze ook naar de kosteneffectiviteit. Het gaat dan om de kosten van het CI, maar ook wat iemand “oplevert” voor de maatschappij aan werkuren en inzetbaarheid, en hoe hoog de zorgvraag verder is. Een eerdere modelstudie uit Leiden gaf al aan dat een CI juist geld oplevert, maar dat willen de onderzoekers nu ook in de praktijk aantonen. ‘Met de stijgende zorgkosten zullen we in de toekomst vaker keuzes moeten maken’, licht Emmanuel toe. ‘Het is daarom belangrijk dat we uitzoeken wat de waarde van het CI is, zowel voor de patiënt als voor de maatschappij.’
Genieten van muziek
Pianiste Joke Veltman werd langzaam doof en kreeg een CI. Dat helpt goed om weer mensen te verstaan, maar muziek is een ander verhaal, doordat het muzieksignaal complexer is en het geluid aan klankkleur verliest. Joke ontwikkelde een training voor mensen met een CI, die hen helpt om weer te leren genieten van muziek. Het Radboudumc en de Universiteit Utrecht onderzoeken samen wat de effecten zijn van deze training die muziek inzet als fitness voor het brein.
CI-cijfers
In Nederland krijgen 500 mensen per jaar een CI. Het Radboudumc voert jaarlijks 145 implantaties uit, 90 bij volwassenen en 55 bij kinderen. De operatie duurt circa 2,5 uur.
Een CI gaat naar schatting 30 jaar mee en kan dan vervangen worden. Dat levert door verbetering van de apparatuur gemiddeld 6% extra winst op voor het gehoor.
Dit artikel verscheen eerder in Radbode #6 van 2023.
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.