Een onderzoek onder 28 ouderen laat zien dat de hersendoorbloeding van mensen die beginnende geheugenklachten ontwikkelen sneller afneemt dan die van mensen zonder geheugenklachten. De ouderen werden tweemaal onderzocht met een tussenliggende periode van tien jaar, iets dat in wetenschappelijk onderzoek vaak lastig uitvoerbaar is. De resultaten zijn recent gepubliceerd in The Journal of Cerebral Blood Flow & Metabolism en Geroscience.
Het risico op dementie stijgt naarmate mensen ouder worden. Uiteindelijk krijgt ongeveer 20% van de 80-plussers een vorm van dementie, bijvoorbeeld vasculaire dementie of Alzheimer. Er is nog niet één oorzaak van de ziekte gevonden. Veel onderzoek richt zich op de vraag hoe dementie ontstaat en of het voorkomen kan worden.
Echo's van de hersenen
Eén van die onderzoeken is uitgevoerd door Ralf Weijs, promovendus in het Radboudumc. Hij nodigde een groep ouderen uit om metingen, die zij tien jaar geleden ook ondergingen, te herhalen. Zo kon worden onderzocht welke veranderingen in tien jaar tijd waren opgetreden. 28 van de oorspronkelijke 48 deelnemers deden opnieuw mee. Hun lichamelijke en mentale gesteldheid werd in kaart gebracht aan de hand van vragenlijsten en gestandaardiseerde geheugentesten. Ook ondergingen ze een fietstest en werd met echografie de doorbloeding van de hersenbloedvaten gemeten.
Weijs: ‘Deze 28 deelnemers verouderden tijdens het onderzoek in leeftijd van rond de 70 naar 80 jaar oud. We onderzochten een relatief gezonde groep ouderen: ze waren nog fit genoeg om mee te doen aan het vervolgonderzoek. Bij geen van hen stelden we een vorm van dementie vast, maar 14 van de 28 ouderen gaven aan in die tien jaar lichte geheugenproblemen te hebben ontwikkeld.’
Het unieke aan dit onderzoek is dat de onderzoekers veranderingen in hersendoorbloeding op de langere termijn hebben onderzocht. Dit is belangrijk, omdat deze veranderingen moeilijk te detecteren zijn, zeker bij relatief gezonde ouderen. Vervolgens koppelden ze deze veranderingen aan de ontwikkeling van beginnende geheugenklachten. Dit stadium gaat vooraf aan de ontwikkeling van dementie. Weijs vervolgt: ‘Daarom geven onze bevindingen beter inzicht in de rol van de hersendoorbloeding in het ontwikkelen en voorspellen van cognitieve stoornissen. Dit biedt perspectief voor onze zoektocht naar een betere preventie en behandeling van dementie.’
Slechtere doorbloeding
De onderzoekers vonden geen significante afname in de hersendoorbloeding. Toen ze de groep echter opsplitsten, werd wel een significant sterkere afname gevonden bij de deelnemers met ontwikkelde geheugenklachten. Die doorbloeding van de hersenen is belangrijk: hoe beter de doorbloeding van een orgaan, hoe beter deze functioneert. Voor de hersenen is dat niet anders: hoe beter de doorbloeding, hoe meer zuurstof en voedingsstoffen de hersenen bereiken. Dit voorkomt dat hersencellen afsterven waardoor functieverlies ontstaat.
Ook keken de onderzoekers naar de regelmechanismen achter deze hersendoorbloeding. Ze onderzochten de zogeheten reactiviteit van de hersenbloedvaten, oftewel hoe goed de vaten reageren op veranderingen in de concentratie koolstofdioxide (CO2) in het bloed. Dat bleek met de leeftijd achteruit te gaan. Een ander mechanisme was de autoregulatie: die zorgt er normaalgesproken voor dat de hersendoorbloeding constant blijft bij schommelingen in de bloeddruk. Die autoregulatie verbeterde opvallend genoeg bij de deelnemers aan het onderzoek, vooral bij degenen die geheugenklachten ontwikkelden. Weijs kan hier nog geen duidelijke verklaring voor geven, maar vermoedt dat er sprake is van een compensatiestrategie.
Kip of ei?
De grote vraag is nu: komt een slechtere doorbloeding door een hersenziekte zoals dementie, waardoor er minder ‘vraag’ is naar een goede doorbloeding? Of leidt schade aan de vaten en daarmee een slechtere hersendoorbloeding tot een verhoogd risico op dementie? Het is een kip-of-ei-discussie, vertelt geriater Jurgen Claassen van het Radboudumc. Eerder onderzoek, uit uitgevoerd door Weijs, liet zien dat bij mensen met Alzheimer een sterke afname in hersendoorbloeding wordt gezien, en dan vooral in de gebieden waarin de ziekte het meest actief was. Dat suggereert dus: eerst hersenschade, dan afname in bloedvoorziening. Maar uit weer ander onderzoek weten we ook dat een tekort aan doorbloeding hersenschade geeft. Zowel kip als ei dus.
Eén ding is zeker, en dat is dat leefstijlfactoren een grote invloed hebben op de gezondheid van onze bloedvaten. Zo hebben roken, een hoge bloeddruk en weinig lichaamsbeweging een negatief effect. Een gecontroleerde bloeddruk houdt de vaten gezond en verkleint de kans op dementie met 20 tot 30 procent. Weijs: ‘Meer bewegen, bijvoorbeeld in de vorm van sport, is voor ouderen niet altijd makkelijk. Minder zitten kan echter meestal wel, en levert mogelijk behoorlijke gezondheidswinst op. Studies tonen namelijk aan dat ouderen een heel groot gedeelte van de dag zittend doorbrengen. Vooral ouderen met cognitieve stoornissen. Daarom leggen we steeds meer nadruk op onderzoek naar het belang en de effecten van een afname in zitgedrag.’
Of we met een gezonde leefstijl daadwerkelijk dementie kunnen voorkomen, is nog niet met zekerheid te zeggen. Hoewel er wel aanwijzingen in die richting zijn, moeten veel grotere, langdurige onderzoeken dit bevestigen, waarbij mensen tien of vijftien jaar gevolgd worden.
Over deze publicaties
Dit artikel verscheen in The Journal of Cerebral Blood Flow & Metabolism: Cerebrovascular CO2 reactivity and dynamic cerebral autoregulation through the eighth decade of life and their implications for cognitive decline – Ralf Weijs, Madelijn Oudegeest-Sander, Maria Hopman, Dick Thijssen, Jurgen Claassen. DOI: 10.1177/0271678X231219568.
Dit artikel verscheen in Geroscience: A decade of aging in healthy older adults: longitudinal findings on cerebrovascular and cognitive health – Ralf Weijs, Madelijn Oudegeest-Sander, Janneke Vloet, Maria Hopman, Jurgen Claassen, Dick Thijssen. DOI: 10.1007/s11357-023-00790-w.
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.