Eerste sloopwerkzaam­heden van start in oktober Oude gebouwen maken plaats voor parklandschap

Stel je alvast voor dat je in 2027 richting het Radboudumc rijdt, als bezoeker, patiënt of medewerker. Het aanzicht zal totaal anders zijn. Je kijkt uit op een parkachtige omgeving, met een mooie vijver. En je hebt vrij zicht op het nieuwe hoofdgebouw A. Zover is het nog lang niet. De komende vier jaar staan in het teken van sloop. Veel gebouwen aan de westflank gaan tegen de vlakte, op weg naar dit mooie eindplaatje.

In februari 2023 start de fysieke sloop en die duurt – volgens planning - tot eind 2026. Waarom deze gigantische sloop en hoe gaat die verlopen? We vragen het aan René Bleeker, directeur Bouw, en Paul Grotens, programmamanager projecten, van Bouwzaken Radboudumc. 

Allereerst, is het niet enorm zonde om al die gebouwen te slopen?
René: ‘Een voor de hand liggende vraag, maar het antwoord is volmondig: nee. Al in 2015 hebben wij met een brede vertegenwoordiging een toekomstplan voor 2030 geschreven. Berekend is toen dat we met efficiënter gebruik van fors minder vierkante meters, dezelfde productie kunnen leveren. De gebouwen die we nu gaan slopen zijn incourant vastgoed, met een slecht energielabel en met beton en installaties die we geen tweede leven meer kunnen geven naar de wensen van deze tijd. Het voormalige gebouw van Dermatologie aan de westflank met nog goede onderzoekslaboratoria, laten we wél staan. Dat gaan we ombouwen tot een locatie voor start-ups, jonge bedrijven die een innovatief zorgproduct op de markt willen brengen.’

Wat is de winst van slopen?
René: ‘Door te slopen gaan we juist veel ‘overbodige’ kosten besparen. We hoeven de gebouwen niet meer te onderhouden, er is geen verbruik meer van gas, water, licht en schoonmaak. We gaan efficiënter en duurzamer werken op minder vierkante meters. Ons devies bij alles wat we doen is: less bricks, more bytes en different behavior. Ofwel: minder stenen, meer slimme technologie en een andere manier van samenwerken. Door meer gezamenlijk gebruik te maken van ruimten, apparatuur en voorzieningen, kun je veel efficiënter werken. Dit noemen we ‘van bezit naar gebruik’. Op de poliklinieken in de nieuwbouw gebruiken meerdere specialismen dezelfde spreekkamers, met minder leegstand over de dag. Ook de verspreide laboratoria concentreren we bijvoorbeeld op één plek, met 30 procent minder vierkante meters en gezamenlijk gebruik van apparatuur. Efficiënt, duurzaam, maar het vraagt wel om anders werken en een betere afstemming. We moeten ons gedrag daar op aanpassen.’ 

Wat komt er straks op de vrijgekomen plek, als alle gebouwen zijn gesloopt? 
René: ‘Er verschijnt een parkachtige omgeving, opgebouwd als een sterrenbos met lanen, die aansluiten op ‘het groen’ van de Radboud Universiteit. We leggen midden op het sloopterrein een grote vijver aan met riet, voor de biodiversiteit, waar dieren zich vestigen en waar vogels op afkomen. Er komt een voedselbos waar we bomen plaatsen en planten inzaaien, waarvan we na verloop van tijd de vruchten - letterlijk – kunnen plukken. Schaduw- en zonplekken wisselen elkaar af. Er komen vanuit onze gebouwen, gemakkelijke toegangen om in het park te gaan wandelen. Deze parkachtige omgeving zal voor patiënten, bezoekers en medewerkers een helende werking hebben.  

Mocht het nodig zijn dan kunnen we later nog een ondergrondse parkeergarage bouwen. Ook is er op de lange termijn ruimte gereserveerd om eventueel nóg een groot gebouw neer te zetten.’ 

‘Sloopmateriaal krijgt voor 96 procent een tweede leven’ 

‘Eind 2026 hebben we een grote zandbak gecreëerd', vertelt Paul Grotens, trekker van het sloopproject. Een paar af te breken gebouwen worden de komende jaren nog als tijdelijke uitwijkruimte van afdelingen gebruikt, om verbouwingen in bestaande gebouwen te realiseren. 

Wanneer gaan we echt iets van de sloop merken?
Paul: ‘We zijn al bezig met de voorbereidingen. De lange gang in het Radboudumc, de zuid-corridor, blijft op de verdiepingen -1  en de begane grond de komende jaren intact. We hebben daar beschermingswanden geplaatst, vlak achter het gebouw A, want de verdiepingen 1, 2 en 3  daarboven gaan we er in de week van 10 oktober  ‘afknabbelen’.  Daarmee kunnen de patiënten in het nieuwe gebouw A vanuit hun kamers de activiteiten op de bouwplaats volgen. Voor hen een mooie afleiding en een beter uitzicht dan de grijze damwand die er nu nog staat.’ 

Hoe verloopt de sloop verder?
Paul: ‘De grote sloop verloopt in drie fases (zie plattegrond). Eerst gaan we de laagbouw naast het nieuwe hoofdgebouw weghalen; het gaat hier om de oude ambulancehal, de oude hoofdingang en het restaurant dat daarboven was. De voorbereidingen daarvoor zijn al gestart. De fysieke sloop begint in februari 2023, vanuit de voorzijde. Maar dat zal weinig overlast geven. Er komt een groot groen scherm met begroeiing te staan en de aanrijroute naar de parkeergarage voor bezoekers blijft gewoon intact. Truc daarbij is dat we het puin dat vrijkomt fijnknijpen en tijdelijk opslaan onder de grond, in de kelders van onder meer technische ruimten.’

En dan met de klok mee verder?
Paul: ‘We gaan inderdaad vervolgens met de klok mee verder, van oost naar west. In fase 2 slopen we onder meer de oude gebouwen van Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie, Oogheelkunde en het verpleeggebouw van Interne geneeskunde met de licht- en donkerbruine platen. Binnen deze fase valt ook het oude KNO-gebouw (ingang west). Eind november starten we de voorbereidingen om de eerste gebouwen sloopklaar te maken. In juli 2023 start de daadwerkelijke sloop van fase 2. 

In fase 3 – die september 2025 start - gaan ook de andere gebouwen plat; zoals de gebouwen tegenover het Kasteeltje (Huize Heyendael), eigenlijk alles wat rechts van de nieuwe hoofdingang ligt. In die fase halen we ook al het opgeslagen slooppuin uit de kelder weg, dat wordt aan de achterzijde afgevoerd. Eind 2026 moet de sloop klaar zijn. En dan gaan we er een mooi park van maken.’  

En het slopen gaat zo duurzaam mogelijk?
Paul: ‘Ja we hebben een sloopaannemer gezocht, firma Beelen (Bnext.nl),  die daar heel erg goed in is en zegt 96 procent te hergebruiken. Kozijnen, deuren, plafondplaten, energiezuinige verlichting, deursloten, schakelmaterialen, het krijgt allemaal een tweede leven. De aannemer weet het tweedehands materiaal op waarde in te schatten en maakt handel in het verkopen van deze spullen. De opbrengst daarvan wordt in mindering gebracht op de prijs van het sloopproject.’

Gaan we overlast krijgen van de sloop? 
Paul: ‘We proberen de overlast waar mogelijk te beperken. In plaats van te hakken en breken gaan we knippen, om geluidsoverlast te voorkomen. We monitoren geluid en trilling en grijpen in als het boven de norm komt. We sproeien met water tegen de stofoverlast. Het puin wordt aan de achterzijde afgevoerd, waar bezoekers en patiënten er minder hinder van hebben. En we houden iedereen op de hoogte van de werkzaamheden en welke overlast op welke tijdstippen daarbij te verwachten is.'

Vragen en/of klachten over de sloop

Helaas is bij zo’n groot sloopproject enige overlast niet helemaal te voorkomen.
Heeft u vragen over de sloop mailt u dan naar: secretariaatbouwzaken@radboudumc.nl.
Heeft u klachten over de sloop neemt u dan contact op met de omgevingsmanager van Bnext: 06-22439596.

Meer weten?

Wil je meer weten over dit onderwerp, kijk dan hier Sloop westflank - Radboudumc.

Plattegrond sloopschema

Paarse arcering = fase 1, gele arcering = fase 2, groene arcering = fase 3, rode pijl = sloopvolgorde 

• Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.

  Nieuws homepage Patientenzorg en Nieuws en verhalenAlgemeen