Patiënten met pijn op de borst, niet veroorzaakt door een vernauwing van de kransslagaders, kennen vaak niet de oorzaak van hun klachten. Wetenschappers van het Radboudumc hebben met succes een nieuwe techniek toegepast om andere oorzaken in de kransslagaders van het hart te onderzoeken. Daarvoor spuiten ze geen medicijnen in het hart, maar gebruiken ze water.
Pijn op de borst is vaak het gevolg van vernauwde kransslagaders. Volgens de Hartstichting worden in Nederland jaarlijks meer dan 10 duizend mensen opgenomen met deze klacht. Bij hen is een hartonderzoek nodig met behulp van een katheter: een slangetje dat via een vat in de pols of lies naar het hart wordt geleid. Met een meetdraad kunnen onderzoekers dan metingen doen aan het hart en de kransslagaders.
Bij sommige mensen met pijn op de borst is zo’n vernauwing niet te vinden met een katheterisatie. Vaak zijn hun klachten te verklaren door een afwijkende functie van de kransslagaders, zoals een verkramping of spasme, of een verminderde bloedstroomsnelheid. Helaas is het niet mogelijk om zo’n verminderde bloedstroomsnelheid optimaal vast te stellen met de technieken die op dit moment voorhanden zijn. Daardoor blijven bij veel van deze patiënten de klachten onverklaard.
Onderzoekers van het Radboudumc hebben een nieuwe techniek toegepast om die afwijkende functie van de kransslagaders nauwkeuriger te meten. Daarmee kunnen ze deze eerder en zekerder vaststellen.
Huidige methode is onnauwkeurig
Op dit moment bestaan tests voor het aantonen van de functie van kransslagaders uit twee delen, waarbij onderzoekers twee soorten geneesmiddelen in de kransslagaders inspuiten: acetylcholine om een verkramping of spasme vast te stellen, en adenosine om structurele afwijkingen van de haarvaten te beoordelen. Na toedienen van deze middelen kunnen ze met een meetdraad indirect de bloedstroomsnelheid en functie van de vaten meten.
Die huidige methoden om de bloedstroomsnelheid te meten hebben zo hun nadelen, zegt onderzoeker Regina Konst, promovenda bij de afdeling Cardiologie van het Radboudumc, en eerste auteur van de studie. “Ze zijn indirect, en adenosine geeft vervelende bijwerkingen zoals samentrekkingen van de luchtwegen of een opvliegerig gevoel.” Bovendien, zegt Konst, is de nauwkeurigheid van de methode afhankelijk van degene die ze uitvoert. Bij een methode met veel ingewikkelde stappen en variabelen zorgt dat voor extra onnauwkeurigheid.
Meten met water is beter
De test die de Nijmeegse onderzoekers hebben gebruikt om de functie van de kransvaten in te schatten, is een variant op de bestaande meting. Maar in plaats van adenosine laten de onderzoekers water op kamertemperatuur met een vaste snelheid door de kransslagaderen stromen. “Omdat het water kouder is dan bloed, gaan ook de haarvaten open staan. Met een speciale katheter kunnen we dan de bloedstroomsnelheid in de kransslagaders bepalen.”
Met deze nieuwe techniek kunnen hartonderzoekers voor het eerst op een nauwkeurige, directe manier de hoeveelheid bloed bepalen die door de kransslagaderen stroomt. Bovendien is de techniek makkelijker, dus is het minder belangrijk wie de test uitvoert en op welke manier. Maar het grootste voordeel ligt bij de patiënt, zegt Konst. “Water kent minder bijwerkingen dan geneesmiddelen, dus is het veiliger. Deze test kan bij alle patiënten, ongeacht hun aandoening of medicijnen die ze gebruiken.”
Diagnose geeft richting
Patiënten die dit soort onderzoek ondergaan hebben vaak al lang klachten, zegt Peter Damman, interventiecardioloog in het Radboudumc. “Pijn op de borst is een enorme ziektelast. Patiënten maken zich vaak zorgen, zijn bang dat ze een hartinfarct krijgen. Maar met de oude methode is niet nauwkeurig vast te stellen waar de klachten vandaan komen.” Door deze nieuwe methode is het makkelijker om ook bij deze hartpatiënten een diagnose te stellen. Dat geeft richting, zegt Damman. “Het is ook voor de patiënt een opluchting om te weten wat er in zijn of haar lichaam speelt.”
Publicatie in Journal of the American College of Cardiology
Absolute Coronary Blood Flow Measured by Continuous Thermodilution in Patients With Ischemia and Nonobstructive Disease. Regina E. Konst, Suzette E. Elias-Smale, Dario Pellegrini, Mariëlle Hartzema-Meijer, Bas J.C. van Uden, Tijn P.J. Jansen, Priya Vart, Helmut Gehlmann, Angela H.E.M. Maas, Niels van Royen, Peter Damman. DOI: 10.1016/j.jacc.2020.12.019.
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.