Nieuws
Zo werkt het Radboudumc samen met eerste en tweede lijn
17 februari 2020
‘Weet je waar patiënten zich het meest aan ergeren? Dat ze overal telkens opnieuw hun verhaal moeten vertellen’, zegt Yvonne Schoon, geriater en afdelingshoofd Spoedeisende Hulp in het Radboudumc. ‘Pas als je zelf met zorg te maken krijgt, merk je hoeveel er langs elkaar heen loopt’, vult Sietske Grol, beleidsadviseur Transmurale Zorg, haar aan. ‘Patiënten moeten eigenlijk helemaal geen muren ervaren, maar zorg krijgen die vloeiend in elkaar overloopt. Dat lukt alleen als zorgverleners in de eerste, tweede en derde lijn goed met elkaar afstemmen en samenwerken.’
‘Er zijn al veel samenwerkingsinitiatieven in het Radboudumc, alleen weten afdelingen het niet altijd van elkaar. Daarom hebben we ze allemaal in kaart gebracht’, vertellen Sietske Grol en Yvonne Schoon die beiden in de regiegroep Transmurale samenwerking zitten. ‘We gaan betere verbindingen leggen’, zegt Schoon. ‘Doordat we elke twee weken samen met onder meer een huisarts, specialist Ouderengeneeskunde, onderzoeker van IQ-healthcare, fysiotherapeut, transferpuntmedewerker, bedrijfsleider en verpleegkundig en medisch specialisten bij elkaar zitten, ga je vanzelf breder kijken.’
Hieronder lees je 3 voorbeelden waarin de samenwerking met eerste en tweede lijn al goed van de grond komt.
Voorbeeld #1: Teleconsultatie
‘Regelmatig komen er gezonde mensen op ons spreekuur bij Klinische Genetica. Die bijvoorbeeld een familielid hebben met kanker en bang zijn dat ze een verhoogd risico hebben om het ook te krijgen. Tweederde van hen (zo’n 300 mensen per jaar) kunnen we na het gesprek met een gerust hart naar huis sturen. Vervolgonderzoek is niet nodig’, vertelt Wendy van Zelst, hoofd Klinische Genetica. Via teleconsultatie, met online contact, kan de huisarts hen voortaan zelf goed informeren.
‘Waarom doen wij dat niet, vroeg ik me af toen ik een presentatie zag over teleconsultatie’, vertelt Wendy van Zelst. ‘Dan hoeven mensen niet meer naar het spreekuur te komen. Ze raken niet onnodig hun eigen risico kwijt en onze wachtlijst gaat omlaag.’ Sinds september kunnen huisartsen digitaal een vraag bij Klinische Genetica neerleggen. Met bijgevoegd een door de patiënt ingevulde vragenlijst over de familie. Om welk soort kanker gaat het? Wie kregen kanker in de familie? Op welke leeftijd? Hoeveel broers en zussen hebben ze? Hoeveel broers of zussen hebben vader en moeder? ‘Binnen drie dagen krijgen ze antwoord terug’, vertelt Van Zelst. ‘Vaak kunnen we hen dan geruststellen. Soms adviseren we hen juist een ander familielid naar het spreekuur te verwijzen die de kanker daadwerkelijk heeft gehad, om nader DNA-onderzoek te doen.’
De Nijmeegse huisarts Petra Beulen is heel enthousiast. ‘We kunnen de aanvraag doen op een tijdstip dat het ons uitkomt. De patiënt kan het formulier eerst thuis invullen en eventueel met de familie doornemen. Soms komt er dan nog een onverwachte “zieke tante” om de hoek kijken. Het gescande formulier sturen we met de aanvraag mee. Het antwoord van Klinische Genetica is snel en duidelijk. We kunnen het zo doorsturen naar de patiënt.’
Van Zelst wil de teleconsultatie nu ook uitbreiden naar hartaandoeningen binnen een familie. ‘Ook uit die hoek krijgen we vaak vragen, als er binnen de familie bijvoorbeeld aneurysma’s of plotse hartdood voorkomen.’
Voorbeeld #2 Ziekenhuisverplaatste zorg
‘Onze patiënten die voor een melanoom thuis behandeld worden met immuuntherapie zijn heel tevreden. Ze hoeven niet meer hierheen te reizen, krijgen hun behandeling thuis in de eigen stoel bij een eigen kopje koffie’, vertelt verpleegkundig specialist Dirk van Rens.
Op zijn afdeling zijn ze in 2017 gestart met immuuntherapie thuis. Van Rens: ‘We hebben vijf verpleegkundigen van een thuisorganisatie geschoold. Zij gaan naar onze patiënten door het hele land: van Winterswijk en Breda tot Heerlen. Ze werken met onze pompen en onder onze verantwoordelijkheid.’ Voorheen moesten de patiënten twee keer per drie weken hier naartoe komen, en dat twee jaar lang. Nu komen ze nog één keer per maand op de poli om hun conditie te controleren. ‘Immuuntherapie thuis is patiëntvriendelijk en wij houden meer plek over op de drukbezette dagbehandeling voor andere patiënten. Bijkomend voordeel is dat de verpleegkundigen een beter beeld krijgen van de situatie thuis. “Deze patiënt heeft moeite met de verwerking van de ziekte.” “Weet je dat deze mevrouw heel slecht loopt?” Vaak zeggen patiënten daar niets over tijdens hun polikliniekbezoek. Nu kunnen we dat bespreekbaar maken.’
Patiënt Wim is heel blij dat hij minder vaak van Bennekom naar Nijmegen hoeft te rijden. ‘De toediening gebeurt ook heel zorgvuldig. De verpleegkundigen checken altijd via Facetime met de Apotheek van Radboudumc of het etiket klopt.’Voorbeeld #3 Geïntegreerd zorgpad
‘Oudere patiënten (70-plus) met lichte beperkingen na een beroerte lagen hier vaak tóch gemiddeld zes dagen voordat ze naar huis konden. Nu gaan ze binnen 24 uur naar het ZZG Herstelcentrum voor kortdurende revalidatie’, vertelt Karin Kanselaar, verpleegkundig specialist bij Neurologie.
‘Vaak zijn het kwetsbare patiënten waarvan je twijfelt of ze al zelfstandig naar huis kunnen en die bijvoorbeeld geen mantelzorg hebben.’ Voor deze patiëntengroep is een geïntegreerd zorgpad opgezet, met gezamenlijke afspraken. Er komt geen bureaucratische indicatiestelling meer aan te pas. ‘Wij kijken wat de patiënt nodig heeft om zelfstandig en veilig naar huis te kunnen gaan’, vertelt Jules Kraaijkamp, verpleegkundig specialist van het herstelcentrum. ‘We starten direct meerdere keren per dag met multidisciplinaire revalidatie, zodat patiënten zich thuis daarna beter kunnen redden. Ze oefenen, afhankelijk van de persoonlijke doelen, met traplopen, koken, en naar het toilet gaan. Of we leren hen omgaan met balansproblemen tijdens het lopen om vallen te voorkomen.’ Karin: ‘Zo gaan ze beter voorbereid naar huis dan als ze hier in het ziekenhuis blijven. Ze krijgen dus betere zorg, die goedkoper is én wij houden meer ruimte over voor de acute patiënten.’
Er zijn met meer specialismen geïntegreerde zorgpaden opgezet met het ZZG Herstelcentrum. Karin Kanselaar vertelt dat er ook scholing start waarbij verpleegkundigen en verzorgenden over en weer in elkaars keuken kijken en van elkaar leren. Het wordt volgens haar tijd dat ook de financiële schotten worden aangepakt. ‘Innovatieve samenwerking loopt daar helaas nog vaak op vast.’
‘Weet je waar patiënten zich het meest aan ergeren? Dat ze overal telkens opnieuw hun verhaal moeten vertellen’, zegt Yvonne Schoon, geriater en afdelingshoofd Spoedeisende Hulp in het Radboudumc. ‘Pas als je zelf met zorg te maken krijgt, merk je hoeveel er langs elkaar heen loopt’, vult Sietske Grol, beleidsadviseur Transmurale Zorg, haar aan. ‘Patiënten moeten eigenlijk helemaal geen muren ervaren, maar zorg krijgen die vloeiend in elkaar overloopt. Dat lukt alleen als zorgverleners in de eerste, tweede en derde lijn goed met elkaar afstemmen en samenwerken.’
‘Er zijn al veel samenwerkingsinitiatieven in het Radboudumc, alleen weten afdelingen het niet altijd van elkaar. Daarom hebben we ze allemaal in kaart gebracht’, vertellen Sietske Grol en Yvonne Schoon die beiden in de regiegroep Transmurale samenwerking zitten. ‘We gaan betere verbindingen leggen’, zegt Schoon. ‘Doordat we elke twee weken samen met onder meer een huisarts, specialist Ouderengeneeskunde, onderzoeker van IQ-healthcare, fysiotherapeut, transferpuntmedewerker, bedrijfsleider en verpleegkundig en medisch specialisten bij elkaar zitten, ga je vanzelf breder kijken.’
Vanuit de vloer
Ideeën voor transmurale samenwerking moeten vanuit de werkvloer komen. Medewerkers in het Radboudumc worden daarom gemotiveerd om op de eigen werkplek te kijken wat er beter, maar ook efficiënter kan. Want het aantal patiënten neemt door de vergrijzing toe en de kosten voor de zorg rijzen de pan uit.Hieronder lees je 3 voorbeelden waarin de samenwerking met eerste en tweede lijn al goed van de grond komt.

Voorbeeld #1: Teleconsultatie
‘Gezonde mensen komen niet meer onnodig naar hier’
‘Regelmatig komen er gezonde mensen op ons spreekuur bij Klinische Genetica. Die bijvoorbeeld een familielid hebben met kanker en bang zijn dat ze een verhoogd risico hebben om het ook te krijgen. Tweederde van hen (zo’n 300 mensen per jaar) kunnen we na het gesprek met een gerust hart naar huis sturen. Vervolgonderzoek is niet nodig’, vertelt Wendy van Zelst, hoofd Klinische Genetica. Via teleconsultatie, met online contact, kan de huisarts hen voortaan zelf goed informeren.
‘Waarom doen wij dat niet, vroeg ik me af toen ik een presentatie zag over teleconsultatie’, vertelt Wendy van Zelst. ‘Dan hoeven mensen niet meer naar het spreekuur te komen. Ze raken niet onnodig hun eigen risico kwijt en onze wachtlijst gaat omlaag.’ Sinds september kunnen huisartsen digitaal een vraag bij Klinische Genetica neerleggen. Met bijgevoegd een door de patiënt ingevulde vragenlijst over de familie. Om welk soort kanker gaat het? Wie kregen kanker in de familie? Op welke leeftijd? Hoeveel broers en zussen hebben ze? Hoeveel broers of zussen hebben vader en moeder? ‘Binnen drie dagen krijgen ze antwoord terug’, vertelt Van Zelst. ‘Vaak kunnen we hen dan geruststellen. Soms adviseren we hen juist een ander familielid naar het spreekuur te verwijzen die de kanker daadwerkelijk heeft gehad, om nader DNA-onderzoek te doen.’
De Nijmeegse huisarts Petra Beulen is heel enthousiast. ‘We kunnen de aanvraag doen op een tijdstip dat het ons uitkomt. De patiënt kan het formulier eerst thuis invullen en eventueel met de familie doornemen. Soms komt er dan nog een onverwachte “zieke tante” om de hoek kijken. Het gescande formulier sturen we met de aanvraag mee. Het antwoord van Klinische Genetica is snel en duidelijk. We kunnen het zo doorsturen naar de patiënt.’
Van Zelst wil de teleconsultatie nu ook uitbreiden naar hartaandoeningen binnen een familie. ‘Ook uit die hoek krijgen we vaak vragen, als er binnen de familie bijvoorbeeld aneurysma’s of plotse hartdood voorkomen.’

Voorbeeld #2 Ziekenhuisverplaatste zorg
‘Behandeling in de eigen stoel bij een eigen kopje koffie’
‘Onze patiënten die voor een melanoom thuis behandeld worden met immuuntherapie zijn heel tevreden. Ze hoeven niet meer hierheen te reizen, krijgen hun behandeling thuis in de eigen stoel bij een eigen kopje koffie’, vertelt verpleegkundig specialist Dirk van Rens.
Op zijn afdeling zijn ze in 2017 gestart met immuuntherapie thuis. Van Rens: ‘We hebben vijf verpleegkundigen van een thuisorganisatie geschoold. Zij gaan naar onze patiënten door het hele land: van Winterswijk en Breda tot Heerlen. Ze werken met onze pompen en onder onze verantwoordelijkheid.’ Voorheen moesten de patiënten twee keer per drie weken hier naartoe komen, en dat twee jaar lang. Nu komen ze nog één keer per maand op de poli om hun conditie te controleren. ‘Immuuntherapie thuis is patiëntvriendelijk en wij houden meer plek over op de drukbezette dagbehandeling voor andere patiënten. Bijkomend voordeel is dat de verpleegkundigen een beter beeld krijgen van de situatie thuis. “Deze patiënt heeft moeite met de verwerking van de ziekte.” “Weet je dat deze mevrouw heel slecht loopt?” Vaak zeggen patiënten daar niets over tijdens hun polikliniekbezoek. Nu kunnen we dat bespreekbaar maken.’
Patiënt Wim is heel blij dat hij minder vaak van Bennekom naar Nijmegen hoeft te rijden. ‘De toediening gebeurt ook heel zorgvuldig. De verpleegkundigen checken altijd via Facetime met de Apotheek van Radboudumc of het etiket klopt.’
Controle van maagsonde
‘Ik ben heel blij dat we gebruik kunnen maken van de kennis die anderen al hebben opgedaan met ziekenhuisverplaatste zorg. Bijvoorbeeld rond ICT, financiën en juridische zaken’, zegt Marriëtte Muijser-Schoonderbeek, verpleegkundig specialist in opleiding bij Maag-, darm- en leverziekten (MDL). Zij is binnen haar afdeling een traject aan het opzetten voor de circa 200 patiënten die nu nog elke drie maanden naar het Radboudumc komen om de gastrostomiekatheter te laten wisselen. ‘Vaak moet dat levenslang. Het merendeel komt van buiten de regio en ze moeten vaak iemand regelen om mee te gaan. De thuiszorg kan deze handelingen heel goed overnemen en ook ondersteuning bieden als de katheter er onverwacht uitvalt. Nu moeten patiënten dan binnen acht uur hier zijn omdat het fistelkanaal anders dichtgroeit.’MDL gaat eerst een pilot draaien met de ZZG Zorggroep en wil het daarna landelijk uitrollen. ‘We gaan scholing aanbieden, maar moeten bijvoorbeeld ook het vertrouwen winnen van patiënten. Zij denken onterecht dat het hier veiliger is.’
Voorbeeld #3 Geïntegreerd zorgpad
‘Betere zorg, goedkoper en minder druk op onze acute bedden’
‘Oudere patiënten (70-plus) met lichte beperkingen na een beroerte lagen hier vaak tóch gemiddeld zes dagen voordat ze naar huis konden. Nu gaan ze binnen 24 uur naar het ZZG Herstelcentrum voor kortdurende revalidatie’, vertelt Karin Kanselaar, verpleegkundig specialist bij Neurologie.
‘Vaak zijn het kwetsbare patiënten waarvan je twijfelt of ze al zelfstandig naar huis kunnen en die bijvoorbeeld geen mantelzorg hebben.’ Voor deze patiëntengroep is een geïntegreerd zorgpad opgezet, met gezamenlijke afspraken. Er komt geen bureaucratische indicatiestelling meer aan te pas. ‘Wij kijken wat de patiënt nodig heeft om zelfstandig en veilig naar huis te kunnen gaan’, vertelt Jules Kraaijkamp, verpleegkundig specialist van het herstelcentrum. ‘We starten direct meerdere keren per dag met multidisciplinaire revalidatie, zodat patiënten zich thuis daarna beter kunnen redden. Ze oefenen, afhankelijk van de persoonlijke doelen, met traplopen, koken, en naar het toilet gaan. Of we leren hen omgaan met balansproblemen tijdens het lopen om vallen te voorkomen.’ Karin: ‘Zo gaan ze beter voorbereid naar huis dan als ze hier in het ziekenhuis blijven. Ze krijgen dus betere zorg, die goedkoper is én wij houden meer ruimte over voor de acute patiënten.’
Er zijn met meer specialismen geïntegreerde zorgpaden opgezet met het ZZG Herstelcentrum. Karin Kanselaar vertelt dat er ook scholing start waarbij verpleegkundigen en verzorgenden over en weer in elkaars keuken kijken en van elkaar leren. Het wordt volgens haar tijd dat ook de financiële schotten worden aangepakt. ‘Innovatieve samenwerking loopt daar helaas nog vaak op vast.’
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.