Nieuws Verpleegkundigen rouleren tussen Regionale Ambulancevoorziening en Spoedeisende Hulp

7 juli 2020

Vier maanden op en af, zo werken de verpleegkundigen Frank Sengers en Stefan Janssen sinds kort. De ene keer werken ze op de Spoedeisende Hulp van het Radboudumc, de andere keer bij de Regionale Ambulancevoorziening Gelderland-Zuid (RAV). Die afwisseling maakt het werk nóg leuker, vinden ze. Maar het verbetert ook de kwaliteit van zorg.

In een pilot werken SEH-verpleegkundigen (Spoedeisende Hulp) en ambulanceverpleegkundigen afwisselend vier maanden op de ambulance en vier maanden op de SEH. Boeien en binden van verpleegkundigen, dát is het doel van de raamovereenkomst die RAV en Radboudumc in mei afgesloten hebben. Maar het verbetert ook de kwaliteit van zorg, volgens Stephanie Kaalberg en Frans Spee, leidinggevenden van respectievelijk Radboudumc en RAV.
‘We proberen verpleegkundigen zo te binden aan beide organisaties. Ze krijgen de kans zich verder te ontwikkelen’, vertelt Stephanie Kaalberg. ‘Dit combitraject maakt het werk voor hen afwisselend, door telkens dan hier en dan daar te werken. Voordeel is dat ze ook een soort bruggenbouwers zijn. Het brengt de ambulancevoorziening en de SEH dichter bij elkaar,’ vult Frans Spee haar aan. 'Tevens kan de afwisseling in het werk in een combi-functie een positieve invloed hebben op de duurzame inzetbaarheid.'

Frank Sengers: ‘De afwisseling maakt het werken leuker’

Frank Sengers (44), werkt al 19 jaar op de Spoedeisende Hulp, waarvan 6 jaar in het Radboudumc. In september start hij met de opleiding van 9 maanden aan de ambulanceacademie in Harderwijk, drie/vier dagen per maand. Daarvoor moet je al een verpleegkundige specialisatie hebben afgerond. En dan begint het rouleren, vier maanden op de ene plek, vier maanden op de andere plek. Hij draait nu al mee op de RAV.
‘Werken op een ambulance is écht anders dan op een SEH. Je moet preklinisch redeneren. Snel in kaart kunnen brengen wat de gezondheidsproblemen zijn van een patiënt en daarop anticiperen met de noodzakelijke medische handelingen. Op de SEH heb je altijd een team achter je staan. Op de ambulance moet je als verpleegkundige zelfstandig verpleegkundige en/of medische beslissingen maken. Je werkt als team samen met een ambulancechauffeur. Deze heeft naast zijn medische assistentietaken nog veel meer andere werkzaamheden. Wel hoef je je telkens maar op één patiënt te richten. Op een SEH is het in die zin hectischer, daar moet je de aandacht verdelen over meer patiënten.’ En hij vervolgt: ‘Veel mensen denken dat je op een ambulance alleen maar met acute zorg bezig bent. En inderdaad, een ernstig trauma kan bijvoorbeeld heel heftig zijn. Maar er zijn ook andere ritten. Bijvoorbeeld om thuis bij een terminale patiënt een infuus te gaan zetten, zodat de huisarts later die dag euthanasie kan toepassen. Je moet verontruste ouders begeleiden, die met hun acute ziekte kind in de ambulance meerijden. En ik heb bijvoorbeeld al diverse ritten gehad met positieve coronapatiënten.’
Frank Sengers is heel blij met deze nieuwe combifunctie. ‘Het mooie is dat je niet hoeft te kiezen voor het een of het ander. Ik zat niet op de schopstoel op de SEH. Ik werk met een leuk team. Maar als deze mogelijkheid er niet was geweest, had ik misschien definitief voor de ambulancezorg gekozen. Terwijl ik juist de combinatie nu heel leuk vind.’

Stefan Janssen: ‘Het werk ligt in elkaars verlengde’

Stefan Janssen (35) heeft in 2018 ontslag genomen bij de SEH van Radboudumc, want het werken op een ambulance was altijd zijn droom. ’Ik heb toen al aangegeven dat, als deze mogelijkheid er zou komen,  ik graag voor de combi-baan zou gaan.
Vanaf april is hij nu voor vier maanden weer terug op zijn honk bij de SEH. ‘En straks heb ik weer echt zin om me in te zetten op de ambulance. Op de ambulance ga je ergens naartoe waarvan je niet weet wat je aantreft. Die spanning trekt me en ook dat je als ambulanceverpleegkundige eindverantwoordelijk bent. Je moet razendsnel handelen. Het is hollen of stilstaan. Soms zit je ook lang te wachten op de volgende rit, dat is niet altijd leuk, maar dan doen we onder meer administratieve klussen.’ Op de SEH is het volgens hem altijd hectisch. ‘Er komen patiënten met zoveel verschillende hulpvragen, je moet telkens schakelen. En je werkt meer in teamverband. Het werk op beide plekken ligt in elkaars verlengde, daarom vind ik die afwisseling erg leuk.’

Ook goed voor kwaliteit van zorg

Volgens Frank en Stefan is het telkens rouleren ook een goede ontwikkeling voor de kwaliteit van zorg.  Frank geeft een voorbeeld: ‘Een spoedsituatie heeft voor een patiënt veel impact. Na een trauma worden ze in het ziekenhuis overvallen door een team van soms wel vijftien zorgprofessionals dat bij binnenkomst al voor hen klaarstaat. Als een patiënt bij kennis is, kan ik hem/haar in de ambulance daar al op voorbereiden, omdat ik de werkwijze op de SEH goed ken.’ Er ontstaat volgens Stefan ook meer wederzijds begrip voor elkaar. ‘Soms zegt een arts op de SEH: “Waarom hebben ze in de ambulance nog geen hartfilmpje gemaakt of alvast een tweede infuus aangebracht.” Omdat ik de situatie in de ambulance ken, kan ik uitleggen waarom dat waarschijnlijk niet is gebeurd. Of ik kan ervoor zorgen dat we bepaalde handelingen juist al wél gaan doen in de ambulance, nu je weet hoe het vervolg is in het ziekenhuis.’

Boeien en binden

Deze constructie sluit volgens Stephanie Kaalberg ook goed aan bij de strategie van het Radboudumc en de wens van de minister van Volkgezondheis, Welzijn en Sport,  om meer te gaan samenwerken binnen de verschillende ketens. In een eerder traject zijn verpleegkundigen van de IC en de SEH binnen het Radboudumc al gaan rouleren, en IC-verpleegkundigen onderling van vier ziekenhuizen in deze regio. ‘Als de pilot slaagt gaan we het breder trekken met ook een traject voor uitwisseling van ambulanceverpleegkundigen en IC-verpleegkundigen. Om verpleegkundigen te boeien en te binden en het is ook een mooie manier om van elkaar te leren.’
 

Meer nieuws

  • Medewerkers
  • Intranet