Nieuws
Rogier Kievit aangesteld als hoogleraar Developmental Neuroscience
1 september 2020
Kinderen ontwikkelen in hoog tempo vaardigheden als lezen, geheugen, rekenen en redeneren. Bij oudere mensen gaan dit soort cognitieve vermogens vaak juist achteruit. In diezelfde levensfases vinden ook snelle veranderingen in de hersenen plaats. Rogier Kievit wil weten hoe cognitieve verandering tot stand komt, en welke rol veranderingen in breinstructuur en functie hierin spelen.
Dat er een biologische link is tussen cognitieve vaardigheden en de structuur van de hersenen, weten we al lang. “Bij problemen met de breinstructuur, bijvoorbeeld bij hersenletsel na een ongeluk, zien we vaak gevolgen voor de cognitieve vaardigheden”, legt Kievit uit. “Maar we weten veel minder van die link bij de normale ontwikkeling van het brein.”
Zijn onderzoek omvat de gehele levensloop, maar focust op de periodes van snelle verandering: vooruitgang bij jongeren en achteruitgang bij ouderen. Dat laatste is met name interessant omdat mensen op heel verschillende manieren ouder worden. Waar sommigen fysiek en mentaal actief en onafhankelijk oud kunnen worden, ondervinden anderen al veel eerder de nodige problemen.
Onderzoek naar beide periodes levert belangrijke kennis op voor de samenleving. Kennis van de snelle vooruitgang bij kinderen kan zorgen dat we in een eerder stadium problemen kunnen signaleren en verhelpen. De studie naar veroudering sluit aan bij geriatrische disciplines als Alzheimeronderzoek. Kievit: “We willen ook weten hoe gezonde veroudering werkt. Wat zijn nou de factoren die zorgen dat je gezond ouder wordt? Als we de onderliggende mechanismes beter begrijpen kunnen we daarnaar handelen.”
De hoogleraar maakt gebruik van bestaande, openbare datasets en werkt zelf mee aan meerdere grote studies, die ook publiekelijk gedeeld worden. Een van zijn expertises is de innovatieve methodiek om de veranderingen binnen mensen en verschillen tussen mensen met modellen inzichtelijk te maken. Dat hoopt hij dan ook naar het Donders Instituut te brengen.
Daarnaast wil hij de twee levensfases bij elkaar brengen. Daar leent zijn nieuwe werkplek zich volgens Kievit goed voor. “Zowel de kindertijd als veroudering worden veel onderzocht, maar internationaal zijn deze onderzoeksvelden in mijn optiek te veel gescheiden, terwijl ze nu juist veel van elkaar kunnen leren. Binnen Donders is expertise aanwezig over de hele levensloop. De combinatie van datasets, technieken, een team science insteek en interdisciplinariteit is iets wat mij erg trekt in het Donders Instituut.”
Het was zijn vaders boekenkast waar hij kennismaakte met het brein. Daar griste hij op zijn vijftiende The mind’s I van Douglas Hofstadter en Daniel Dennett van het schap, een serie verhalen over de relatie tussen hersenen en je ik. “Dat vond ik zo fascinerend. Hoe kan het nou dat die 1,5 liter gelei in ons hoofd zorgt dat je al die dingen kan? Kort daarna woonde ik tijdens een open dag in Amsterdam een gastcollege bij, waar we tijdens een geheugenexperiment leerden hoe we groepen getallen heel makkelijk kunnen onthouden. Toen was ik helemaal gegrepen.”
Na een studie psychologie behaalde Kievit in 2014 zijn PhD cum laude aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens werkte hij bij de MRC Cognition and Brain Sciences Unit aan Cambridge University, waar hij doorgroeide van bezoekend AiO tot groepsleider.
Rogier Kievit is benoemd tot hoogleraar Developmental Neuroscience aan de Radboud Universiteit. De kersverse professor start op 1 september als onderzoeker bij het Donders Instituut en het Radboudumc. Zijn onderzoek richt zich op de ontwikkeling van cognitieve vaardigheden in de levensloop van een mens.
Kinderen ontwikkelen in hoog tempo vaardigheden als lezen, geheugen, rekenen en redeneren. Bij oudere mensen gaan dit soort cognitieve vermogens vaak juist achteruit. In diezelfde levensfases vinden ook snelle veranderingen in de hersenen plaats. Rogier Kievit wil weten hoe cognitieve verandering tot stand komt, en welke rol veranderingen in breinstructuur en functie hierin spelen.
Dat er een biologische link is tussen cognitieve vaardigheden en de structuur van de hersenen, weten we al lang. “Bij problemen met de breinstructuur, bijvoorbeeld bij hersenletsel na een ongeluk, zien we vaak gevolgen voor de cognitieve vaardigheden”, legt Kievit uit. “Maar we weten veel minder van die link bij de normale ontwikkeling van het brein.”
Jong en oud
Hoe kan het nou dat een kind zich in een bepaalde periode bijzonder snel een taal eigen maakt, zonder dat ouders daar echt iets voor hoeven te doen? Een vraag die volgens Kievit niet zo makkelijk te beantwoorden is op basis van de biologische ontwikkeling van de hersenen. “Het volume grijze stof wordt al minder vanaf het achtste jaar, en toch zie je ook na die tijd nog sterke verbeteringen in cognitieve vaardigheden. Sterker nog, vaardigheden zoals iemands woordenschat en algemene kennis verbeteren vaak nog tot mensen zeventig of tachtig zijn. Dat verband is dus niet zo eenduidig.”Zijn onderzoek omvat de gehele levensloop, maar focust op de periodes van snelle verandering: vooruitgang bij jongeren en achteruitgang bij ouderen. Dat laatste is met name interessant omdat mensen op heel verschillende manieren ouder worden. Waar sommigen fysiek en mentaal actief en onafhankelijk oud kunnen worden, ondervinden anderen al veel eerder de nodige problemen.
Onderzoek naar beide periodes levert belangrijke kennis op voor de samenleving. Kennis van de snelle vooruitgang bij kinderen kan zorgen dat we in een eerder stadium problemen kunnen signaleren en verhelpen. De studie naar veroudering sluit aan bij geriatrische disciplines als Alzheimeronderzoek. Kievit: “We willen ook weten hoe gezonde veroudering werkt. Wat zijn nou de factoren die zorgen dat je gezond ouder wordt? Als we de onderliggende mechanismes beter begrijpen kunnen we daarnaar handelen.”
Methode
Kievit gebruikt in zijn studies gedragsmetingen, zoals redeneer- en geheugentaken en MRI-data, die de hersenstructuur in kaart brengt. Om de ontwikkeling over een tijdspanne van meerdere jaren in kaart te brengen, zijn grote datasets nodig. “Als we de ontwikkeling van het brein door de levensloop goed willen begrijpen, moeten we het grootser aanpakken. We moeten grotere groepen kinderen en volwassen herhaaldelijk scannen en testen, zodat we beter kunnen begrijpen hoe de veranderingen met elkaar samenhangen. Dit vereist een nieuwe, team science aanpak: in plaats van individuele, kleine onderzoeken moeten we onze krachten bundelen.”De hoogleraar maakt gebruik van bestaande, openbare datasets en werkt zelf mee aan meerdere grote studies, die ook publiekelijk gedeeld worden. Een van zijn expertises is de innovatieve methodiek om de veranderingen binnen mensen en verschillen tussen mensen met modellen inzichtelijk te maken. Dat hoopt hij dan ook naar het Donders Instituut te brengen.
Daarnaast wil hij de twee levensfases bij elkaar brengen. Daar leent zijn nieuwe werkplek zich volgens Kievit goed voor. “Zowel de kindertijd als veroudering worden veel onderzocht, maar internationaal zijn deze onderzoeksvelden in mijn optiek te veel gescheiden, terwijl ze nu juist veel van elkaar kunnen leren. Binnen Donders is expertise aanwezig over de hele levensloop. De combinatie van datasets, technieken, een team science insteek en interdisciplinariteit is iets wat mij erg trekt in het Donders Instituut.”
Van paplepel tot professor
Als telg van twee wetenschappers was zijn passie voor kennis nooit ver weg. Nature of nurture, nieuwsgierigheid behoort hoe dan ook tot zijn primaire karaktereigenschappen. “Ik vind heel veel interessant. Er zijn zo veel fascinerende wetenschapsgebieden die me ook aantrekken, zoals biologie, natuurkunde, paleontologie. Maar mijn eigen onderzoeksgebied vind ik toch het meest uitdagend, juist omdat het zoveel disciplines bij elkaar brengt. Het blijft een wonderlijk voorrecht dat je met behulp van scans naar duizenden breinen mag kijken om beter te begrijpen hoe we als mens in elkaar steken.”Het was zijn vaders boekenkast waar hij kennismaakte met het brein. Daar griste hij op zijn vijftiende The mind’s I van Douglas Hofstadter en Daniel Dennett van het schap, een serie verhalen over de relatie tussen hersenen en je ik. “Dat vond ik zo fascinerend. Hoe kan het nou dat die 1,5 liter gelei in ons hoofd zorgt dat je al die dingen kan? Kort daarna woonde ik tijdens een open dag in Amsterdam een gastcollege bij, waar we tijdens een geheugenexperiment leerden hoe we groepen getallen heel makkelijk kunnen onthouden. Toen was ik helemaal gegrepen.”
Na een studie psychologie behaalde Kievit in 2014 zijn PhD cum laude aan de Universiteit van Amsterdam. Vervolgens werkte hij bij de MRC Cognition and Brain Sciences Unit aan Cambridge University, waar hij doorgroeide van bezoekend AiO tot groepsleider.
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.