Drie maanden geleden raakte Nederland in de ban van de coronacrisis. De lockdown en de anderhalve-meter-maatregelen troffen ook het universitaire leven. Uit een tussentijds rapport op basis van onderzoek onder medewerkers en studenten van de Radboud Universiteit blijkt dat welzijn en zingeving in de eerste maand van de crisis intact bleven. Wel is de samenwerking met collega’s, medestudenten en docenten minder intensief geworden, en vinden studenten dat de kwaliteit van het onderwijs in de eerste maand van de coronacrisis is achteruitgegaan. De komende periode is aandacht nodig voor enkele kwetsbare groepen die structuur en contact missen.
Een groep Radboud-onderzoekers van vier faculteiten, onder wie Yvonne Engels van het Radboudumc, zette direct aan het begin van de crisis een onderzoek op naar de impact van de corona-maatregelen. Ze onderzochten communicatie, welzijn en zingeving onder studenten en medewerkers, en vroegen hoe zij de relatie met de universiteit ervaren in deze situatie. Uit de tussentijdse rapportage blijken de eerste de gevolgen voor het onderwijs en de sociale contacten op de universiteit.
Volgens projectleider Hans Schilderman, hoogleraar religiewetenschap, lijken de resultaten in lijn met een landelijke trend in het hoger onderwijs. ‘Wij vinden het belangrijk om daarom nu al melding te maken van onze eerste bevindingen. Bijvoorbeeld problemen met motivatie en dagritme, met name onder kwetsbare studenten, verdienen naar ons idee op korte termijn aandacht binnen het hoger onderwijs.’
Digitalisering van contact
Vrijwel alle communicatie werd van de ene op de andere week digitaal. De transitie van ‘live’ naar online samenwerken kan vooral worden geïllustreerd met videobellen. In de eerste maand van de coronacrisis heeft slechts 20% live (dat wil zeggen in één ruimte) samengewerkt met collega’s terwijl bijna alle medewerkers (96%) minimaal wekelijks video-belt met medewerkers, en driekwart zelfs meerdere keren per week. Voor studenten gold dat nog slechts 10% live contact had, terwijl 80% minimaal wekelijks per week gebruik maakte van videobellen voor samenwerking. Opmerkelijk is dat minder dan de helft van de studenten (40%) meerdere keren per week videobelde; deze studenten hadden dus relatief weinig contact met hun medestudenten, en hoogstwaarschijnlijk aanmerkelijk minder dan onder normale omstandigheden.
Een gevolg van de digitalisering is dat medewerkers het samenwerken duidelijk misten, en zo ook misten studenten het samen volgen van onderwijs. Daarnaast vond driekwart van de studenten het lastiger om geconcentreerd en gemotiveerd te blijven. Een grote groep studenten had moeite met hun dagindeling (60%). De band met de Radboud Universiteit was zowel bij medewerkers als studenten vrij positief, met waardering voor de communicatie (voorlichting) en ondersteuning.
Welzijn en motivatie
Het onderzoek wijst uit dat onder zowel studenten als medewerkers een duidelijke motivatie- en dagritme-problematiek aantoonbaar is. Tegelijkertijd lijkt dit een positief zelfbeeld niet aan te tasten. Het welzijn en de zingeving bij medewerkers en studenten bleef in corona-omstandigheden relatief hoog: ze voelden zich ook deze eerste maand gemiddeld genomen goed en slaagden erin betekenis te geven aan hun leven. Evenals de meeste medewerkers konden studenten de nieuwe situatie vrij goed plaatsen in hun leven en leken zij er veelal flexibel en creatief mee om te kunnen gaan.
Wel vraagt de impact op het sociaal welzijn om aandacht bij enkele groepen, zeker nu het off campus werken in veel gevallen langer gaat duren. Bij jonge medewerkers spelen de problemen met motivatie en dagritme sterker dan bij andere medewerkers. Van de studenten zijn mannen, studenten met een niet-Nederlandse nationaliteit en jonge studenten de meest kwetsbare studentengroepen. Mannelijke studenten en niet-Nederlandse studenten blijken het vaakst problemen te hebben met hun dagritme, jonge studenten missen vooral de sociale aspecten van het samen onderwijs volgen.
Positief is dat jonge studenten en niet-Nederlandse studenten in verhouding vaak extra steun ontvangen van docenten en medestudenten. Maar het komende semester, waarin online onderwijs nog steeds belangrijk zal zijn, vraagt om meer steun aan de studenten die het contact met docenten en medestudenten en de structuur van de campus missen.
Rector Han van Krieken van de Radboud Universiteit vindt het rapport belangrijk. ‘We hebben aan het begin van de coronacrisis direct ingestemd met het initiatief tot dit onderzoek, omdat wij ons realiseerden hoeveel impact de bijzondere omstandigheden hebben op onze studenten en medewerkers. Met deze informatie kunnen we beter bepalen waar wij onze zorg en aandacht op zouden moet richten. ’
Over het project
Het project ‘Impact van Corona op de Radboud Universiteit’ heeft tot doel om wetenschappelijke inzichten te vergaren en om verbeterpunten voor de universitaire dienstverlening op te sporen. Het gehele project zal zolang de coronacrisis duurt meerdere metingen bevatten. De eerste meting was half april, toen de lockdown ongeveer een maand gaande was. Over die meting gaat deze eerste verslaglegging. Ruim 500 medewerkers en bijna 350 studenten vulden de vragenlijst in. De medewerkers vormden een representatieve afspiegeling van de gehele populatie van RU-medewerkers, terwijl onder studenten er lichte een ondervertegenwoordiging van mannen was, die middels een weegfactor is gecorrigeerd. In juni vindt een tweede meting plaats.
De vragenlijst-onderzoeken zullen de komende maanden worden aangevuld door interviews met studenten en medewerkers waarin onder andere wordt gevraagd naar zingevingspraktijken in de periode van corona-beperkingen. Het project wordt ondersteund door het College van Bestuur en is goedgekeurd door de Ethische Toetsingscommissie voor de Geesteswetenschappen. Na de herhaalmetingen en de kwalitatieve aanvullingen worden de resultaten van het onderzoek verwerkt in wetenschappelijke publicaties die aan peer-reviewed tijdschriften zullen worden aangeboden.
Projectteam
Hans Schilderman (projectleider), Ton Bernts, Anouk Egelmeers, Joris Kregting en Michael Scherer-Rath (Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen), Yvonne Engels (Radboudumc, Faculteit der Medische Wetenschappen), Giel Hutschemaekers (Faculteit der Sociale Wetenschappen), José Sanders (Faculteit der Letteren)
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.