Nieuws CT-scan na overlijden kan meer duidelijkheid bieden over de doodsoorzaak

20 februari 2020 Een CT-scan na overlijden leidt tot 12% meer juist vastgestelde doodsoorzaken ten opzichte van de doodsoorzaak die de behandelend arts vaststelt op basis van alleen klinische gegevens en lichamelijk onderzoek. Het kan een manier zijn om nabestaanden meer duidelijkheid te geven over de oorzaak van het overlijden van hun dierbare. Dit is een bevinding van Lianne Sonnemans, radioloog in opleiding aan het Radboudumc, die vandaag haar proefschrift verdedigt.

Bij het overlijden van een patiënt stelt een arts altijd de doodsoorzaak vast. Soms volgt een autopsie, maar het aantal autopsies (of obducties) is de laatste decennia om diverse redenen sterk gedaald. Bijvoorbeeld omdat men geen nieuwe bevindingen verwacht te vinden, omdat veel diagnoses al bij leven gesteld kunnen worden, door de komst van nieuwe beeldvormende technieken zoals CT-scans en MRI-scans. Sonnemans vergeleek in haar promotieonderzoek enerzijds de doodsoorzaak zoals vastgesteld door de behandelend arts op basis van klinische gegevens met anderzijds de doodsoorzaak zoals vastgesteld door de radioloog op basis van de CT-scan. Deze vergeleek zij met de doodsoorzaak die door de patholoog bij autopsie is vastgesteld. Zo kon zij onderzoeken wat de toegevoegde waarde van een CT-scan na overlijden is.

In een groep van 76 overleden patiënten bleek dat een aanvullende CT-scan leidt tot 64% juist gediagnosticeerde doodsoorzaken ten opzichte van 53% zonder CT-scan. Een CT-scan heeft met name toegevoegde waarde bij bloedingen, een gescheurde lichaamsslagader en acuut overlijden.

Oorzaken uitsluiten

Daarnaast is een CT-scan ook behulpzaam in gevallen waar er geen duidelijke doodsoorzaak wordt gevonden omdat er door de scan vaak wel diagnoses kunnen worden uitgesloten. Bovendien geeft de scan vaak wél aan in welk deel van het lichaam de doodsoorzaak zich ongeveer bevindt. Indien nabestaanden dit willen, kan dan overlegd worden of een beperkte autopsie uitgevoerd kan worden van alleen bij dat specifieke deel van het lichaam of dat er gericht biopten kunnen worden afgenomen van het verdachte gebied. Dit is minder ingrijpend dan een volledige autopsie.

Lianne Sonnemans: “Het is van belang om de meest optimale kwaliteit van zorg te leveren. Zorgverleners evalueren hun eigen handelen om ervan te leren en zichzelf te blijven ontwikkelen. Een postmortem CT-scan, eventueel in combinatie met een beperkte autopsie, kan hier een belangrijke rol in spelen, zeker gezien de sterke daling in het aantal uitgevoerde autopsies.”

CT-scan kan niet altijd

Niet in alle gevallen is een CT-scan na overlijden geschikt. Met name hartafwijkingen zoals een acuut hartinfarct, een hartritmestoornis of hartfalen zijn vaak niet op een scan te zien zonder toevoeging van contrastvloeistof. Hierdoor is de scan geen volwaardig alternatief voor een autopsie. Het advies blijft daarom om in aanvulling op de scan nog steeds een autopsie te laten verrichten om de doodsoorzaak met een zo groot mogelijk mate van zekerheid te kunnen bepalen. Het kan echter wel een alternatief zijn indien autopsie niet gewenst is, maar nabestaanden wel meer willen weten over de reden van overlijden.

Lianne Sonnemans is verbonden aan het RIHS, Radboudumc, en promoveert onder leiding van promotor prof. dr. Mathias Prokop en co-promotor dr. Willemijn Klein.

Meer nieuws

  • Medewerkers
  • Intranet