Nieuws
De EORTC/MSG definities van schimmelinfecties na tien jaar weer gereviseerd
19 december 2019
De zogenoemde ‘EORTC/MSG consensus definities’ zijn bedoeld als een standaard referentie voor klinische studies met antifungale middelen, het evalueren van diagnostische bepalingen en voor epidemiologisch onderzoek. Uiteraard kunnen ze ook clinici helpen om te bepalen of er mogelijk, waarschijnlijk of zeker een invasieve schimmelinfectie aanwezig is. Om tot deze conclusie te komen worden drie elementen gebruikt: de gastheer (bijv. is er wel of geen stamceltransplantatie toegepast), klinische factoren (bijv. het CT-scan beeld) en microbiologische resultaten (bijv. kweken of biomarkers). Deze definities voor schimmelinfecties kunnen wat betreft status vergeleken worden met de beroemde DSM (“Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders”) van de psychiatrie.
De eerste versie van de consensus definities was een initiatief van Ben de Pauw, Jacques Meis en Peter Donnelly van het Radboudumc, in 2002. In 2008 was er al een revisie getrokken door De Pauw en Donnelly waarbij Bart-Jan Kullberg ook een bijdrage had. Bij deze laatste editie is Donnelly – inmiddels gepensioneerd – wederom de trekker, en verder zijn Kullberg, Meis, Paul Verweij en Cornelia Schaefer-Prokop betrokken. Deze revisies zullen van tijd tot tijd nodig blijven, maar zoals de auteurs schrijven: ‘we hopen dat deze bijgewerkte definities van schimmelinfecties hun waarde blijven toevoegen aan klinisch, diagnostisch en epidemiologisch onderzoek.’
Een invasieve schimmelinfectie kan levensbedreigend zijn voor patiënten die eigenlijk voor een andere indicatie in het ziekenhuis liggen, zoals leukemie. Dankzij ons Expertisecentrum Schimmelinfecties is er sinds 2002 een consensusdocument over hoe deze infecties vastgesteld kunnen worden. Dit document heeft zojuist weer een update gekregen.
De zogenoemde ‘EORTC/MSG consensus definities’ zijn bedoeld als een standaard referentie voor klinische studies met antifungale middelen, het evalueren van diagnostische bepalingen en voor epidemiologisch onderzoek. Uiteraard kunnen ze ook clinici helpen om te bepalen of er mogelijk, waarschijnlijk of zeker een invasieve schimmelinfectie aanwezig is. Om tot deze conclusie te komen worden drie elementen gebruikt: de gastheer (bijv. is er wel of geen stamceltransplantatie toegepast), klinische factoren (bijv. het CT-scan beeld) en microbiologische resultaten (bijv. kweken of biomarkers). Deze definities voor schimmelinfecties kunnen wat betreft status vergeleken worden met de beroemde DSM (“Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders”) van de psychiatrie.
Grotere kans op infectie
Een patiënt met leukemie, bijvoorbeeld, heeft door de aard van de ziekte al een verzwakt immuunsysteem, maar dat wordt nog eens versterkt door chemotherapie. Een op zichzelf onschuldige schimmel (zoals Aspergillus op de foto) die vrij in onze omgeving voorkomt kan daardoor ineens de kans krijgen om een infectie te veroorzaken. Omdat de symptomen daarvan niet altijd even duidelijk zijn, helpen de consensus definities de arts om de infectie in kaart te brengen en de beste actie te ondernemen.De eerste versie van de consensus definities was een initiatief van Ben de Pauw, Jacques Meis en Peter Donnelly van het Radboudumc, in 2002. In 2008 was er al een revisie getrokken door De Pauw en Donnelly waarbij Bart-Jan Kullberg ook een bijdrage had. Bij deze laatste editie is Donnelly – inmiddels gepensioneerd – wederom de trekker, en verder zijn Kullberg, Meis, Paul Verweij en Cornelia Schaefer-Prokop betrokken. Deze revisies zullen van tijd tot tijd nodig blijven, maar zoals de auteurs schrijven: ‘we hopen dat deze bijgewerkte definities van schimmelinfecties hun waarde blijven toevoegen aan klinisch, diagnostisch en epidemiologisch onderzoek.’
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.