Nieuws Gezondheidsongelijkheden verminderen voor mensen met een verstandelijke beperking

14 december 2018

De zorg voor mensen met een verstandelijke beperking kan beter. Esther Bakker-van Gijssel ontwikkelde in overleg met huisartsen en deze patiëntengroep een vragenlijst om de communicatie tussen deze twee groepen te verbeteren. Op 4 december promoveerde ze op dit onderzoek: “Je moet pro-actief zoeken naar aandoeningen bij mensen met een verstandelijke beperking. Ze vinden het zelf moeilijk om te vertellen wat er met ze aan de hand is.”

Mensen met een verstandelijke beperking (VB) hebben twee keer zoveel gezondheidsproblemen als mensen in de algemene bevolking. Ook gaan ze vaker naar de huisarts en krijgen ze vier keer zo vaak medicijnen voorgeschreven. Mensen met VB overlijden gemiddeld twintig jaar te vroeg, vaak aan behandelbare aandoeningen. Hiervoor zijn verschillende oorzaken. Veel ziektes die vaak voorkomen bij mensen met VB komen minder vaak voor in de algemene bevolking, en daardoor herkent de huisarts deze niet goed. Daarnaast hebben mensen met VB moeite om gezondheidsproblemen te herkennen en onder woorden te brengen.
 
Proactieve vragenlijst
Esther Bakker-van Gijssel ontwikkelde een vragenlijst voor proactief gezondheidsonderzoek bij mensen met VB (PGO-VB). Huisartsen kunnen de lijst gebruiken om beter te communiceren met deze patiëntengroep. Bakker-van Gijssel  begon haar onderzoek bij twintig Engelstalige vragenlijsten die onder andere gebruikt worden in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. “Ik hoopte dat één van deze vragenlijsten goed genoeg was om te vertalen en te onderzoeken voor toepassing in Nederland. Maar omdat er veel dingen niet duidelijk waren in de vragenlijsten, heb ik een nieuwe vragenlijst ontwikkeld.”
 
Inspraak
Huisartsen en artsen voor verstandelijk gehandicapten droegen onderwerpen aan die in de vragenlijst aan de orde moeten komen. Vragen over veelvoorkomende aandoeningen bij mensen met VB waren hierbij van groot belang. Bakker-van Gijssel maakte aan de hand van deze onderwerpen 64 vragen en 18 aanwijzingen voor lichamelijk onderzoek.
 
Vervolgens controleerde Bakker-van Gijssel of de vragen begrijpelijk waren voor mensen met VB. “Eén van de vragen in de Engelse voorbeelden was: ‘Heeft u last van reflux?’. Met behulp van mensen met VB hebben we dit veranderd in ‘Soms komt er een beetje eten omhoog van je buik in je mond en dat smaakt zurig. Heb je dat wel eens?’ Zo hebben we 316 veranderingen aangebracht in onze vragenlijst.” Dat mensen met VB meewerken aan het maken van een vragenlijst is uniek. Deze patiëntengroep vindt het belangrijk dat beslissingen over hun gezondheid in overleg met hen genomen worden.
 
Betere zorg
Om de vragenlijst toe te passen in de huisartsenpraktijk is verder onderzoek nodig: hoe kan de vragenlijst het best toegepast worden? Bakker-van Gijssel: “Eerst moeten artsen erkennen dat zo’n gezondheidsonderzoek werkt bij mensen met VB. In de algemene bevolking werkt pro-actieve gezondheidszorg namelijk niet.” In Engelstalige landen die een PGO-VB hebben ingevoerd, kwamen bij mensen met VB meer aandoeningen aan het licht. Ook was er meer aandacht voor preventiemaatregelen zoals griepvaccinaties en algemene gezondheidsbevordering. Dit hoopt Bakker-van Gijssel met het pro-actieve gezondheidsonderzoek ook in Nederland voor elkaar te krijgen. Zo wil ze uiteindelijk de gezondheidsongelijkheid en het voortijdige overlijden voor mensen met VB verminderen.
  • Medewerkers
  • Intranet