Of iemand vatbaar is voor depressie hangt sterk af van zijn of haar gevoeligheid voor stress. Dit heeft weer een genetische basis. Een van de genen waarvan de relatie met depressie is aangetoond, is het 5-HTT gen, dat codeert voor de serotonine-transporter. Dit eiwit beheert de signaalstof serotonine in de zenuwuiteinden in de hersenen. Serotonine regelt onder andere de gemoedstoestand en staat daarom ook wel bekend als het ‘gelukshormoon’. Wanneer de serotonine-transporters niet goed werken, wordt serotonine niet goed opgenomen door de zenuwen. Dit kan leiden tot neerslachtigheid en depressie.
Positieve stress
Om het effect van stress op jonge leeftijd en genetische aanleg voor depressie te onderzoeken, deed Van der Doelen onderzoek met ratten. Deze dieren vertonen veel overeenkomsten met de mens in de aansturing van gedrag. De onderzoekers volgden ratten met een verminderde 5-HTT gen-activiteit vanaf de geboorte tot volwassenheid, waarbij een deel van de ratten in de jeugd regelmatig aan aantal uren gescheiden werd van de moeder. In theorie zou deze vorm van milde stress de ratten op latere leeftijd gevoeliger moeten maken voor depressies. Het tegenovergestelde bleek echter waar.
Blijkbaar zorgde de genetische variatie van de serotonine transporter niet alleen voor een grotere gevoeligheid voor negatieve gevolgen van stress, maar ook voor de positieve. Rick van der Doelen: "In de media, maar ook in de wetenschap, heeft lang de nadruk gelegen op de negatieve gevolgen van stress. Hierdoor denken we dat stress alleen een negatieve ervaring is. Onze resultaten sluiten aan bij het groeiende inzicht dat milde stress ook een bruikbare ervaring kan zijn.
Niet alleen ‘tussen de oren’
Het samenspel van stress en het 5-HTT-gen werd niet alleen teruggevonden in het gedrag van de dieren, maar ook in de afgifte van het hormoon cortisol dat zorgt voor lichamelijke stressreacties. De afgifte van cortisol wordt geregeld door een samenspel van de hypothalamus en de hypofyse in de hersenen en de bijnieren die de cortisol daadwerkelijk produceren. Het blijkt dat stress op jonge leeftijd en serotonine transporter genotype dit regelsysteem beïnvloeden. Dit effect was echter het grootst in de bijnieren zelf en niet in de hersenen. Dit bevestigt het idee dat depressie niet alleen ‘tussen de oren’ zit, maar een bredere lichamelijke oorzaak kan hebben.
Rick van der Doelen: "Het is bekend dat het stresshormoon cortisol een belangrijke rol heeft in stress, geheugen en gedrag. Onderzoek hiernaar is echter vaak gericht op de centrale regulatie door de hersenen. Onze resultaten laten zien dat de gen-omgevingsinteractie die wij onderzochten, juist geprogrammeerd werd op het niveau van de bijnier en in veel mindere mate in de hersenen. Het zou goed zijn als onderzoekers zich naast de hersenen ook op de rest van het lichaam richten als het gaat om onderzoek naar de biologie van psychiatrische ziekten. Het is ook belangrijk om beter te kijken naar de interacties tussen gebeurtenissen in het leven die een rol zouden kunnen spelen bij het ontstaan van psychiatrische ziekten."
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.