Invoering van een nieuwe urinetest voor prostaatkanker kan ervoor zorgen dat minder mannen ten onrechte worden behandeld aan deze ziekte. Dit blijkt uit onderzoek van Gisèle Leyten van het Radboudumc. Zij onderzocht de bruikbaarheid van de zogenaamde Quattro-test, waarbij de activiteit van vier genen wordt gemeten die gekoppeld zijn aan prostaatkanker. Toepassing van deze nieuwe test zou in combinatie met de al bestaande PSA-bloedtest ruim twintigduizend onnodige biopten per jaar kunnen schelen. Maandag 8 december promoveerde Gisèle Leyten in Nijmegen.
Per jaar krijgen 12.000 Nederlandse mannen de diagnose prostaatkanker. Bij lang niet alle mannen is echter sprake van een ernstige vorm die ook behandeld moet worden. Een goede prognose van de ernst van de prostaatkanker is belangrijk, omdat behandeling vaak problemen oplevert als incontinentie en impotentie. Voor de diagnose van prostaatkanker wordt momenteel veel gekeken naar de waarde van PSA (prostaat-specifiek antigeen) in het bloed. Deze eiwitten worden alleen door de prostaat afgescheiden en komen van nature in het bloed voor. Bij prostaatproblemen neemt de concentratie van het PSA eiwit toe. Het nadeel van deze test is dat niet alleen bij prostaatkanker PSA vrijkomt. Veel mannen worden daarom op basis van een verhoogde PSA waarde ten onrechte verdacht van prostaatkanker, wat leidt tot overbehandeling.
Testen combineren
De in Nijmegen ontwikkelde PCA3-urinetest is beter in het ontdekken van prostaatkanker. Door gebruik van deze test zijn al veel onnodige en pijnlijke biopten te voorkomen. Met de PCA3-test kan echter niet worden ontdekt of er ook sprake is van ernstige prostaatkanker. Door de urinetest TMPRSS2-ERG te combineren met PCA3 neemt de voorspellende waarde nog verder toe, ontdekte Gisèle Leyten. TMPRSS2-ERG is een samengesteld gen dat veel voorkomt bij prostaatkanker. Desondanks is ook met deze toevoeging de ernst van de prostaatkanker moeilijk aan te tonen.
Vier genen geven de ernst aan
Na eerst uitvoerige analyses te doen van de genen die actief zijn in prostaatweefsel, vond Leyten tien veelbelovende biomarkers die de aanwezigheid van prostaatkanker aan kunnen wijzen. Deze tien genen testte Leyten vervolgens in de urine van 443 mannen om te bepalen welke genen de meest sterke relatie vertoonden met prostaatkanker. Een combinatie van vier van deze genen, Quattro genoemd, gaven de beste voorspelling van de ernst van de prostaatkanker. De Quattro-test geeft hiermee een betere voorspelling voor prostaatkanker dan de huidig toegepaste PSA- en PCA3-tests.
Biopten voorkomen
In 2015 komt de Quattro-test op de markt. Gisèle Leyten: “Ik vermoed dat de Quattro test vooral nuttig is voor mannen bij wie de uitslag van de PSA test reden tot twijfel geeft. De uitslag van een Quattro-test kan dan duidelijkheid verschaffen. Onze volgende stap is om dit vermoeden te bevestigen in een tweede onafhankelijke studie. Mijn inschatting is dat we door invoering van de Quattro-test in combinatie met de PSA-test 50 procent van alle prostaatbiopten kunnen voorkomen. Dit betekent alleen in Nederland al een vermindering van ruim twintigduizend onnodige prostaatbiopten per jaar.”
-
Meer weten over deze onderwerpen? Klik dan via onderstaande buttons door naar meer nieuws.