Deze week zijn de Radboud Institutes for Health Sciences en Molecular Life Sciences beoordeeld door een externe visitatiecommissie als onderdeel van het Standaard Evaluation Protocol (SEP), het systeem van de KNAW, NWO en VSNU om de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek te meten. De commissie waardeerde de hoge kwaliteit en impact van het Nijmeegse onderzoek. Maar er zijn ook verbeterpunten. Zo zijn er nog te weinig vrouwen in de wetenschappelijke top en kan er meer energie gestoken worden in het werven van internationale wetenschappers. Eind februari 2019 volgt het definitieve oordeel van de commissie.
Andere sterke punten waren volgens de commissie het excellente PhD-programma, het werkklimaat binnen het Radboudumc en de patiëntgerichtheid van een aantal onderzoeksthema’s. De commissie geeft aan vertrouwen te hebben in de toekomst: het leiderschap binnen de instituten en het Radboudumc-bestuur, de inrichting van het onderzoek op thema’s, en de combinatie van het moleculaire perspectief met het populatieperspectief zorgen daarvoor.
Aandachtspunten
Uiteraard geeft de commissie ook aandachtspunten mee, onder meer op het gebied van diversiteit. “We zien nog te weinig vrouwen in de wetenschappelijke top,” aldus Knottnerus. “Ook kan er meer energie gestoken worden in de werving van internationale wetenschappers, draag je kwaliteit en het werkklimaat nog meer uit.” De commissie adviseert om (jonge) wetenschappers nog meer te betrekken in beleidskeuzes. “Jullie zijn al persoonsgericht in je strategie, maak je beleidsvorming nu ook onderzoekergericht.”Ook in het PhD-programma liggen volgens de commissie nog punten ter verbetering, met name voor de begeleiders en promotoren. Daarnaast adviseert de commissie om de brug tussen wetenschap en patiëntenzorg nog verder uit te bouwen, en om een externe adviesraad op te richten voor het wetenschappelijk onderzoek.
“We zijn dankbaar voor de constructieve feedback van de commissie en nemen deze ter harte. Hoewel een dergelijke evaluatie veel werk kost en soms zelfs bureaucratisch lijkt, helpt het ons ook om te reflecteren op wat we doen, en dat is zeer waardevol,” zei Rector Magnificus Han van Krieken in zijn eerste reactie op de beoordelingen.