Over Leven met Hersenletsel
Wanneer je na de eerste maand van je leven schade oploopt aan je hersenen, spreken we van een niet-aangeboren-hersenletsel, ook wel NAH. Hersenletsel kan iedereen overkomen. Er bestaan twee vormen NAH: een traumatisch en een niet-traumatisch hersenletsel. Onder traumatische hersenletsel verstaan we een hersenletsel dat komt door een harde klap op het hoofd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een auto ongeluk. Onder de niet-traumatische hersenletsel verstaan we schade dat komt door een proces in je lichaam, zoals een beroerte, tumor of andere ziektes.
Naar schatting hebben 600.000 mensen hebben in Nederland een NAH. Het hersenletsel kan gevolgen hebben voor het leven van zowel degene met NAH als de naasten. Sommige verandering vallen direct op voor de omgeving, zoals functionele- of lichamelijke beperkingen, verlamming of moeite met spraak. Andere veranderingen zijn meer onzichtbaar en worden soms pas na een langere tijd duidelijk, zoals overprikkeling, oververmoeidheid of sneller boos en geïrriteerd zijn. Dit alles heeft effect op zowel werk als privé situaties.
Bij ernstig hersenletsel in combinatie met andere aandoeningen, is er soms een indicatie NAH+. Hierbij gaat het om mensen met NAH met bijkomende complexe beperkingen, gedragsproblemen aandoeningen en stoornissen. Dit kan zowel psychisch, sociaal als somatisch zijn. Zij hebben intensieve begeleiding nodig en verblijven dan ook meestal in een zorginstelling.
Je kan je voorstellen dat het leven met hersenletsel allerlei (complexe) situaties met zich meebrengt. Binnen het onderzoeksprogramma Leven met Hersenletsel doen we onderzoek om de zorg en ondersteuning van mensen met niet-aangeboren hersenletsel te optimaliseren. Dit doen we graag in netwerkverband, omdat we dan kennis nog beter kunnen benutten en verspreiden.